Dit platform verschaft informatie en kennis omtrent de WL expertisedomeinen 'hydraulica en sediment', 'havens en waterwegen', 'waterbouwkundige constructies', 'waterbeheer' en 'kustbescherming' - gaande van WL medewerkers met hun expertise, het curriculum van deze instelling, tot publicaties, projecten, data (op termijn) en evenementen waarin het WL betrokken is.
Het WL onderschrijft het belang van "open access" voor de ontsluiting van haar onderzoeksresultaten. Lees er meer over in ons openaccessbeleid.
Beschrijving 1-4. Laemargus muricatus, synoniem van Orthagoriscicola muricatus. 5-8. Lernea branchialis, volwassen vrouwtje van de wijting (Merlangius merlangus). 9-13. Lernea branchialis, jong vrouwtje van de pitvis (Callionymus lyra L.) van vijf centimeter lang.
Fig. 1
Een vrouwtje onder lichte vergroting, gezien van de dorsale kant. Men ziet twee thoracale ringen tussen de cephalothorax en het achterste deel van het lichaam. Heel het abdominale gebied is bedekt door achterste ‘èlythroïdes’ (dekschildjes).
Fig. 2
Een ander wijfje gezien langs de buikzijde. Men onderscheidt de antennen, de drie paar kaakpoten ‘pieds-mâchoires’, de mond met zijn tasters, de twee eerste paar tweetakkige ‘biramées’ poten en de twee laatste met hun buitengewoon ontwikkelde kwabben.
Aan de basis van het abdomen, ziet men een spermatofoor.
Fig. 3
De geïsoleerde mondkegel, in zijn gewone positie. De lip, gespleten in zijn lengte, bedekt de gehele kegel en een groot deel van de mandibula’s. Men ziet de tasters in de baan van de kegel.
Fig. 4
Het uiteinde van de lip vertoont een vrije rand en microscopische stekels.
Fig. 5
Een geïsoleerd volwassen wijfje van de Lernea branchialis.
Fig. 6
Deel van het oviduct met vier eitjes.
Fig. 7
Een geïsoleerd ei met een embryo.
Fig. 8
Een ander eitje met een minder ver ontwikkeld embryo.
Fig. 9
Een jong wijfje van de Lernea branchialis in het midden van haar ontwikkeling, vertoont, vooraan het rudiment van een eileider, de oogvlek, vier paar pereiopoden en de plaatsing van het caudaal segment voor het verschijnen de eileiders.
Fig. 10
Deel van het geïsoleerde hoofd van hetzelfde dier, om het oog en de kaakpoten ‘pattes-mâchoires’, die later verdwijnen te tonen.
Fig. 11
Derde en vierde paar pereiopoden van hetzelfde dier.
Fig. 12
Twee paar van de andere kant van hetzelfde dier.
Fig. 13
Caudaal segment met stekels van hetzelfde dier.
Auteur G. Severeyns in Van Beneden (1861)JPG bestand - 3.49 MB - 2 035 x 2 845 pixelstoegevoegd op 2010-09-17394 viewsUit bron Van Beneden, P.-J. (1861). Recherches sur les Crustacés d... Dit werk is gelicentieerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk 4.0 Licentie
Klik hier om terug te keren naar miniatuurweergave