Description Mysis chameleo, synoniem van Praunus flexuosus.
Fig. 1
De thorax van de mannelijke Mysis met het volledige geslachtsstelsel, beroofd van de voorste aanhangsels. Men ziet daar de maag met haar chitineus stelsel, pylorische plooien, galkanalen ‘coecums’ en een groot deel van het darmstelsel. Achter de pylorische ‘coecums’, en onmiddellijk boven de darm, bemerkt men het volledig mannelijk geslachtsstelsel: de testis, gevormd door meerdere kapsels, de zaadleider, een reservoir en de penisontruimen de spermatozoïden. Deze penis is helemaal doordrenkt van een pigment, zoals de carapax en andere delen van het integument. De twee eerste segmenten van het abdomen met de eerste pleopode zijn eveneens voorgesteld met een deel van de laatste pereiopode.
Fig. 2
Hetzelfde deel van het lichaam van een wijfje, gezien van de andere kant. Boven het darmstelsel en achter de maag, ziet men het vrouwelijk geslachtsstelsel vol met eitjes in ontwikkeling en die zich onderscheiden door hun volume. Deze eitjes zitten opeengepakt in hun omhulsel/schede zoals in de eizak ‘l’ovisac’ bij de Lernaea ‘Lernéens’. Onderaan naar achteren, ziet men de broedbuidel gevormd door de lamellen van de twee laatste paren poten. De basis van de laatste pereiopode is eveneens voorgesteld.
Fig. 3
Een van de lamellen van de broedbuidel geïsoleerd om te tonen hoe de eitjes zijn ondergebracht in de binnenkant ervan. Deze lamel is verbonden langs boven aan het basilaire lid van de poot, dus op de ‘coxopodiet’.
Fig. 4
Spermatozoïden vrij geloosd. Ze vormen een V met een sterk been en een ander dun been: men spreekt van ‘Trichocephalus’.
Fig. 5
Geïsoleerde galkanalen ‘coecums’ en darm.
Author G. Severeyns in Van Beneden (1861)JPG file - 2.82 MB - 2 044 x 2 834 pixelsadded on 2010-09-17362 viewsFrom reference Van Beneden, P.-J. (1861). Recherches sur les Crustacés d... This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 4.0 License