Monitoringsplan ten behoeve van het exploiteren van een stortplaats voor baggerspecie afkomstig uit de IJzer in overdieptes van het spaarbekken van de IJzer: resultaten T0-monitoring
Levy, Y.; Vereecken, H.; De Schutter, J.; Claeys, S.; Mostaert, F. (2010). Monitoringsplan ten behoeve van het exploiteren van een stortplaats voor baggerspecie afkomstig uit de IJzer in overdieptes van het spaarbekken van de IJzer: resultaten T0-monitoring. versie 2.0. WL Rapporten, 712_11. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VII, 80 + 111 p. bijl., 8 p. tab, 2 p. fig. pp.
Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more
|
Available in | Authors |
|
Document type: Project report
|
Keywords |
Dredging Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Current velocities and patterns Hydraulics and sediment > Morphology > Sediment balance Hydraulics and sediment > Sediment > Dredging and dumping In-situ measurements Monitoring Sediments ANE, Belgium, IJzer R. [Marine Regions]
|
Author keywords |
|
Contact detailsProposer: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Waterwegen en zeekanaal NV; Afdeling Bovenschelde , more
Abstract |
Eind 2010 starten baggerwerken op de IJzer. Afdeling Bovenschelde wil de specie in het spaarbekken van Nieuwpoort (BLOSO-plas) in overdieptes storten, waarvoor een vergunning werd afgeleverd. De vergunning voorziet monitoring tijdens de werken. Aan WL werd gevraagd om te adviseren bij opzet van deze monitoringVerticale profielen van de diepte, conductiviteit, temperatuur, turbiditeit, zuurstof concentratie en sedimentconcentratie en profielgemiddelde stroomsnelheden werden gemeten gedurende lage IJzer debieten. Een bijkomende vlotter meting werd uitgevoerd tijdens een periode met hoge aanvoerdebieten. De conductiviteit en de zuurstofconcentratie worden gekenmerkt door een drempel tussen de 3 en 4 meters diepte, terwijl de andere milieu parameters relatief constant blijven over de diepte. De bovenste 3-4 meter is licht brak zuurstofrijk water, met daaronder matig brak zuurstofarm water. De sedimentconcentratie toont echter geen verband met de diepte, net als de turbiditeit. De vlotter meting bij hoge aanvoerdebieten heeft getoond dat de gemiddelde stroomsnelheid in de plas ongeveer 0,39 m/s snel is, fluctuerend tussen ongeveer 0,21 m/s bij het beëindigen van de lozing en ongeveer 0.83 m/s tijdens de lozing. Na het lozen ontstond een minimale klokgewijze terugstroming. Gedurende beide metingen heerste een vrij krachtige noordelijke wind wat ook in de metingen tot uiting komt, ondermeer in een zeer oppervlakkig hogere backscatter waarde en een oppervlakkig hoger zuurstofgehalte. Deze wind heeft ook de vaststelling van een werkelijke terugstroming bemoeilijkt net het beëindigen van de lozing te Nieuwpoort. |
|