Studie naar de reproduceerbaarheid van de macrofauna tellingen uitgevoerd door de Monitor Taakgroep
Escaravage, V. (2006). Studie naar de reproduceerbaarheid van de macrofauna tellingen uitgevoerd door de Monitor Taakgroep. NIOO-CEME Rapport, 05. NIOO-CEME: Yerseke. 34 pp.
Part of: NIOO-CEME Rapport. CEME/NIOO: Yerseke, more
| |
Abstract |
In verband met het in conformiteit brengen van het macrofauna lab met bedrijfsmatige standaarden (ISO-normering)is er, ender begeleiding van Olaf van Hoese! en medewerking van de andere MT analisten, een start gemaakt aanhet standaardiseren van de MT procedures. Onder anderen zijn er standaard tellinglijsten in gebruik genomen en'interkalibratie' sessies routinematig uitgevoerd. Tijdens deze sessies zijn gestandaardiseerde monsters door deverschillende analisten geteld. De resultaten van deze sessies (in de toekomstige rapportage) geven een schattingvan de variatie tussen de analisten.Een logisch aansluitende vraag daarbij betreft de omvang van de tussen analisten verschillen in de geroutineerdetelling activiteit en hoe die zich verhoudt tot de natuurlijke variatie aanwezig tussen monster replica's waarvanverondersteld is dat ze representatief zijn voor Mn veldlocatie. Daarvoor is er een reeks monsters (n=120) uit deOosterschelde (Najaar 2004) door vier verschillende analisten geteld. De verkregen tellinglijsten zijn vervolgensvergeleken mbt het aantal gevonden soorten de macrofauna totale dichtheid en biomassa en desoortensamenstelling. In alle gevallen werd het analist-effect verklaard als niet significant en van verwaarloosbareomvang vergeleken met de verschillen tussen de deelgebieden en strata waar de monsters vandaar komen.Aanvullend aan deze geprogrammeerde studie zijn er ad-hoc vergelijkingen gemaakt tussen tellinglijstengeselecteerd uit de BIS database en die door verschillende analisten geteld zijn. In tegenstelling met de resultatenuit de geprogrammeerde studie leveren de uit de database geextraheerde tellinglijsten significante verschillen opmbt de macrofauna descriptoren tussen de verschillende analisten. Het actieve selecteren van de monsters door deanalisten (makkelijke dan wel zware monsters) zou de waargenomen verschillen goed moeten kunnen verklaren.Voorgesteld is om de tellingconfiguratie gebruikt in de huidige studie (twee analisten per deelgebied*stratum) op deroutinematige telling van de BIOMON programma toe te passen. |
|