Systematische proevenreeksen met het zelfaangedreven schaalmodel van een sleephopperzuiger boven een mengsel petroleum-trichloorethaan als slibsimulatiemateriaal: Experimentele waarnemingen en theoretische interpretaties
Vantorre, M. (1990). Systematische proevenreeksen met het zelfaangedreven schaalmodel van een sleephopperzuiger boven een mengsel petroleum-trichloorethaan als slibsimulatiemateriaal: Experimentele waarnemingen en theoretische interpretaties. Rijksuniversiteit Gent/Waterbouwkundig Laboratorium: Gent. 236 pp.
|
Keywords |
Harbours and waterways > Manoeuvring behaviour > Nautical bottom Physical modelling
|
Abstract |
In Hoofdstukken II tot en met V worden de systematische proevenreeksen in detail geanalyseerd en besproken. Waar mogelijk wordt eveneens een vergelijking doorgevoerd met de resultaten van (vereenvoudigde) theoretische ontwikkelingen.
Hoofdstuk II behandelt de vertikale verplaatsing die de interface ondergaat onder invloed van het stromingsbeeld teweeggebracht door een varend schip. De studie van de vervorming van de interface is van bijzonder belang, omwille van de doorslaggevende invloed die het scheepsgedrag in al zijn aspekten hierdoor ondergaat. Naast een bespreking van de experimentele waarnemingen bevat Hoofdstuk II eveneens de grondslagen van een vereenvoudigde theoretische behandeling van het probleem.
De drukverdeling die door de vaart van het schip op de scheepsromp ontstaat, resulteert in een vertikale krachtwerking waardoor het schip een inzinking (sinkage) en een langshelling (trim) ondergaat. Deze zogenaamde squatverschijnselen worden behandeld in Hoofdstuk III, waar zowel de experimentele waarnemingen als de theoretische benadering aan bod komen. Waarnemingen en beschouwingen in verband met de invloed van de aanwezigheid en het gedrag van een sliblaag op weerstand en voortstuwing komen aan bod in Hoofdstuk IV. Wegens de beperkte experimentele infrastruktuur en de belangrijke schaaleffekten zijn de conclusies die uit de proefresultaten volgen eerder van kwalitatieve aard; nochtans komt de invloed van de diverse beproevingsparameters duidelijk tot uiting. De bespreking is gebaseerd op de relatie schroeftoerentalsnelheid, het snelheidsverloop tijdens deceleratieproeven en de schroefkrachten (stuwkracht en askoppel).
Een bespreking van de door roerwerking geïnduceerde krachten geeft, weerom binnen de beperkingen van de gebruikte experimentele opstelling, een beeld van de invloed die de aanwezigheid van sliblagen teweegbrengt op het maneuvreergedrag van schepen. Dit onderwerp komt aan bod in Hoofdstuk V.
Tenslotte bevat Hoofdstuk VI de voornaamste conclusies uit het modelonderzoek uitgevoerd op het pilootmodel in het kader van de studie van de nautische bodem in slibrijke gebieden. |
|