Jaarrapport Monisnel 2001
Peperzak, L.; Bouma, H.; Sandee, A.; Peletier, H. (2002). Jaarrapport Monisnel 2001. Rapport RIKZ = Report RIKZ, 2002.045. RIKZ: Middelburg. 59 pp.
Part of: Rapport RIKZ = Report RIKZ. Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ): s-Gravenhage. ISSN 0927-3980, more
| |
Available in | Authors |
|
Document type: Annual report
|
Keywords |
Algal blooms Mytilidae Rafinesque, 1815 [WoRMS]; Phaeocystis Lagerheim, 1893 [WoRMS] Netherlands [Marine Regions] Marine/Coastal; Brackish water; Fresh water |
Authors | | Top |
- Peperzak, L., more
- Bouma, H.
- Sandee, A.
- Peletier, H.
|
|
|
Abstract |
Na een aantal rustige plaagalgenjaren viel 2001 uit de toon met een zeer grote Phaeocystis-voorjaarsbloei in de Nederlandse kustwateren en, voor het eerst in meer dan 10 jaar werd in de Waddenzee ’s zomers DSP gemeten (Diarrhoeic Shellfish Poisoning).De Phaeocystis-bloei leidde tot versnelde zuurstofloosheid in het Grevelingenmeer en een massale mosselsterfte in de Oosterschelde: 10 miljoen kg schelpdieren ter waarde van € 20 miljoen. Een nieuw fenomeen was het stilleggen van baggerwerkzaamheden in de IJmuidense buitenhaven nadat de opgebaggerde Phaeocystis-slurrie leidde tot toxische H2S concentraties aan boord van de hopperzuiger. ’s Zomers werd bij Hoek van Holland een nieuw wereldrecord gevestigd met 4 miljard Phaeocystis cellen per liter, 40x de concentratie van de voorjaarspiek. Deze zomerbloei veroorzaakte overlast voor de badgasten. De problemen met Phaeocystis worden in een apart hoofdstuk behandeld. Een belangrijke factor bij alle Phaeocystis-bloeien was de hoge afvoer van geëutrofieerd rivierwater.De mosselen in de Waddenzee waren giftig geworden (DSP) door een bloei van Dinophysis acuminata. Deze bloei, die voor het eerst gesignaleerd werd voor de Hollandse kustzone, werd veroorzaakt door zoutstratificatie en warm zomers weer. Deze combinatie van abiotische factoren kan bij de verwachtte klimaatverandering in deze eeuw vaker gaan voorkomen. In 2002 is het effect van zoutstratificatie en hoge watertemperaturen op plaagalgen nader onderzocht.De problemen met de diverse plaagalgen in 2001 onderstrepen het belang van een snelle monitoring. Daarnaast dient specifieke kennis van de verschillende soorten plaagalgen en van de veldomstandigheden voor handen te zijn om het verloop van bloeien, en de daar aan verbonden risico’s, te kunnen voorspellen. Belangrijk hierbij is bovendien de samenwerking met collega instituten in Nederland, als ook de internationale contacten die leiden tot een versnelde kennisuitwisseling. |
|