Overleg Flexibel Storten: deelrapport 24. Studie van de bruikbaarheid van morfologische modellering in kader van Flexibel Storten
Goossens, M.; De Maerschalck, B.; Plancke, Y. (2023). Overleg Flexibel Storten: deelrapport 24. Studie van de bruikbaarheid van morfologische modellering in kader van Flexibel Storten. Versie 3.0. WL Rapporten, 00_031_24. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VIII, 67 + 57 p. bijl. pp. https://dx.doi.org/10.48607/206
Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more
|
|
Available in | Authors |
|
Document type: Project report
|
Keywords |
Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Current velocities and patterns Hydraulics and sediment > Morphology > Erosion / sedimentation In-situ measurements Morphology Motion > Water motion Numerical modelling ANE, Netherlands, Westerschelde [Marine Regions]
|
Authors | | Top |
- Goossens, M.
- De Maerschalck, B., more
- Plancke, Y., more
|
|
|
Abstract |
In het kader van de Agenda voor de Toekomst werd een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd rond de invloed van bepaalde modelparameters op het sedimenttransport en de morfologische veranderingen. In voorliggende rapport werd het effect van deze parameters op de reproduceerbaar van gemeten morfologische veranderingen in de Westerschelde (periode 2011-2015) door middel van het numerieke NeVla-model onderzocht. Algemeen wijken de resultaten, binnen het focusgebied tussen Terneuzen en Hansweert, van de verschillende modelscenarios sterk af van de werkelijke evolutie in de Westerschelde. Menselijke ingrepen (bagger- en stortwerkzaamheden) werden in de simulaties niet meegenomen, maar deze kunnen deze afwijkingen slechts voor een klein deel verklaren. Opmerkelijk zijn de grote initiële volumeverandering, wat erop wijst dat de uitgangssituatie die wordt gebruikt, niet als een evenwicht beschouwd wordt door het model. Netto blijft de toename van het gemodelleerde volumeverlies tussen 2012 en 2015 beperkt (ca. 2,4 Mm³ bij de referentiesimulatie). Zoals te verwachten zijn de verschillen tussen de gemodelleerde bathymetrie en de vaklodingen het grootst in de zones die blootgesteld worden aan de meest intense hydrodynamische condities. Verder heeft het model het moeilijk met laterale verplaatsingen van geulen en ondiepe platen. In de uitgevoerde gevoeligheidsanalyse blijkt de invloed van de kalibratieparameter en de bodemhelling parameter op de gemodelleerde morfologische verandering eerder beperkt te zijn. Wel is er een belangrijke invloed van de mediane korrelgrootte (d50) en de gehanteerde sedimenttransport formule op de gemodelleerde morfologische veranderingen. Tenslotte werd ook het effect van een 3D-simulatie (2 lagen in de waterkolom) en een gewijzigde ruwheidscoëfficiënt onderzocht. |
|