In deze studie werd de nautische impact van een aantal karakteristieke stroombeelden voor het giertij Ossenisse bepaald.

Hiervoor werden vijf giertijen geselecteerd uit een beschikbare dataset (01/08/2023-15/09/2023) met stroombeelden uit de HF-radar opmetingen. De vijf geselecteerde giertijen werden bovendien kunstmatig versterkt door de dwarscomponten in het vectorveld met 20% of 50% te verhogen. Op die manier werden er 15 stroombeelden bekomen waarvoor de nautische hinder bepaald diende te worden.

De methode die gebruikt werd om de nautische hinder van de stroomvelden op een vaartraject door het Zuidergat te beoordelen betreffen track-controlled vaarsimulaties waarbij het schip langs een vooropgesteld referentietraject geleid wordt door toepassing van roer en schroef (aangestuurd door een track-control algoritme). De beoordeling van de nautische hinder ten gevolge de onderzochte omgevingscondities (in deze studie variërende stroombeelden) wordt geïllustreerd door middel van de afwijking van de vaarpositie ten opzichte van het referentietraject.

De analyse werd uitgevoerd voor twee types containerschepen (ULCS en Panamax) en voor opvarende en afvarende vaarrichting. De vaarsnelheden en referentietrajecten voor de vier condities werden afgeleid uit AIS-gegevens voor het kalenderjaar 2022.

De resultaten tonen aan dat met name voor opvaart de impact van de verschillende stroombeelden op de vaartrajecten divers is en beïnvloed wordt door een groot aantal factoren zoals: de locatie van de neer ten opzichte van de bocht te Hansweert; de dwarspositie van de neer in de vaarweg; de dwarsstroming in het eerste deel van de neer en de dwarspositie in het tweede deel van de neer. Ook de afmetingen en manoeuvreereigenschappen van het schip blijken een belangrijke invloed te hebben op de ervaren hinder.

Voor afvaart blijkt de invloed van de onderzochte giertijen meer gematigd en voornamelijk bepaald door de dwarsstroming en stromingsgradiënt ter hoogte van boei 51. Het grootste potentieel voor het toelaten van scheepvaart bij giertijcondities lijkt dan ook in afvaart te liggen.

De nautische hinder verschilt sterk voor de verschillende onderzochte giertijen waarbij één giertij dat gepaard ging met dwarsstroomwaarschuwing ‘STERK’ zowel in op- als afvaart aanleiding lijkt te geven tot