Beschrijving Dekbalken.
Men weet dat de bocht der dekbalken van één dek met eene zelfde cirkelstraal moet bepaald worden. Soms handelt men op eene andere wijze dan in fig. 61. Na den boog BB’ in vier gelijke deelen verdeeld te hebben, verlengt men A B van tweemaal de bocht (AO = 2 A B) en verbindt de punten e, f en g met O. Voor hoogten der ordonnaten neemt men dan ee’, ff’, gg’. Beide handelswijzen verschillen weinig doch, daar de laatste afstanden kleiner zijn dan diegene welke wij hiervoor bekomen hebben, zal de bocht platter wezen.Auteur J. De BorgerJPG bestand - 148.10 kB - 474 x 679 pixelstoegevoegd op 2011-07-20238 viewsUit bron De Borger, J. (1901). Uitslaan van ijzeren of stalen sche... (pagina 88) Dit werk is gelicentieerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk 4.0 Licentie
Klik hier om terug te keren naar miniatuurweergave