Zoetwaterschorren als "sinks" voor stikstof: dynamiek van het benthische compartiment en het onderzoek naar hun rol in estuariene stikstofretentie |
Identifier financieringsorganisatie: 597 + G063105N (Other contract id) Periode: Januari 2005 tot December 2006 Status: Afgelopen
Thesaurusterm Eutrofiëring
|
|
Instituten (3) |
Top |
- Universiteit Antwerpen; Faculteit Wetenschappen; Departement Biologie; Onderzoeksgroep Ecosysteembeheer (ECOBE), meer, partner
- Vlaamse overheid; Beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie; Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO), meer, financier
- Vrije Universiteit Brussel; Faculteit Wetenschappen & Bio-ingenieurswetenschappen; Vakgroep Chemie; Analytical, Environmental and Geochemistry (AMGC), meer
|
Abstract |
Het algemeen doel van dit project is de rol bepalen van zoetwaterschorren binnen de stikstofcyclus van het Schelde-estuarium. Algemeen wordt aangenomen dat stroken 'wetland' langsheen de oeverlijn zich gedragen als filters van het estuarien water, in die zin dat ze anorganisch en organisch stikstof uit het overspoelend water verwijderen of de aard van de stikstofvormen wijzigen. Het Schelde-estuarium, met haar dichtbevolkt bekken, is een typisch voorbeeld van een ecosysteem dat grote vrachten van stikstof te verwerken krijgt, en dat omvangrijke arealen zoetwaterschorren bezit, hetgeen een belangrijk potentieel aan N-verwijdering betekent. Daarenboven is van beleidswege in de nabije toekomst de inrichting van nieuwe overstromingsgebieden voorzien, wat de capaciteit van de filterfunctie via dergelijke gebieden nog zal doen toenemen. Omvattend 'in-situ'-onderzoek van de uitwisseling en cyclering van stikstof in zoetwaterschorren zal niet enkel toelaten de rol van deze schorren in het estuarien budget in te schatten, maar ook de belangrijkste processen te identificeren en te kwantificeren die aan deze rol ten grondslag liggen. De klassieke benadering om de relatie tussen het estuarien pelagiaal en de intergetijdengebieden te bestuderen leiden aan tekortkomingen, bv. door onnauwkeurigheid van de waterbalans. Ze geven enkel netto-uitwisseling weer. De processen worden er niet in geïdentificeerd, net zo min als de rol van compartimenten binnen het gebied, en extrapolatie naar een sluitende balans voor ganse gebieden is vaak moeilijk (Nixon, 1980; Howarth, 1993). Recente vooruitgang in analyse van stabiele isotopen maakt het mogelijk 'labeling'-studies uit te voeren op een afgebakend systeem (Holmes et al. 2000, Middelburg et al. 2000), waarbij het stabiel isotoop 15N kan gebruikt worden als gevoelige tracer in stikstofcyclering. We stellen voor om een ecosysteem-labeling-studie te combineren met verscheidene additionele studies die erop gericht zijn de stikstof cyclering te begrijpen in belangrijke schor-compartimenten zoals overspoelend water, sediment en macrofyten. |
|