Zeeschelde: invloed dijkwijzigingen tussen Uitbergen en Schellebelle
Maeghe, K.; Wens, F. (1997). Zeeschelde: invloed dijkwijzigingen tussen Uitbergen en Schellebelle. WL Rapporten, 440_9. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. iv, 8 + tab., fig. pp.
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Documenttype: Projectrapport
|
Trefwoorden |
Dikes (embankments) Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Tides Hydraulics and sediment > Morphology > Erosion / sedimentation Literature and desktop study Model studies Numerical modelling Physics > Mechanics > Fluid mechanics > Hydrodynamics Physics > Mechanics > Hydraulics River morphology Topographic features > Landforms > Flood plains Water management > Hydraulics > Hydrodynamic models België, Zeeschelde [Marine Regions] Brak water |
ContactgegevensOpdrachtgever: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Waterwegen en zeekanaal NV; Afdeling Zeeschelde , meer
Abstract |
De afdeling Zeeschelde geeft aan het Waterbouwkundig Laboratorium de opdracht de invloed op hydraulica en morfologie van dijkwijzigingen op de linkeroever van de Zeeschelde tussen Uitbergenbrug en het Veer van Schellebelle-aard te onderzoeken. Er worden hierbij vier alternatieven voorgesteld.
De invloed van de verschillende alternatieven werd bestudeerd op het eendimensionaal hydrodynamisch model van het Zeescheldebekken.
Het invloedsgebied van het overstromingsgebied Schellebelle op de hoogwaterstanden strekt zich uit op de Zeeschelde opwaarts Schoonaarde tot aan de sluizen te Gent en op de volledige Tijarm. Bij de alternatieven 2 en 3 is de waterstandsdaling voor stormtijen hoger dan 7.83 m te Prosperpolder ongeveer dubbel zo groot als bij de andere alternatieven. Voor lagere stormtijen levert alternatief 4 de beste resultaten op. De bouw van het overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde wijzigt deze besluiten niet.
Het verloop van het waterpeil in het gecontroleerd overstromingsgebied bij toepassing van een gecontroleerd gereduceerd tij wordt eveneens bestudeerd. De maximale waterdiepte in het overstromingsgebied bij een gemiddeld tij bedraagt 0.88 m.
De alternatieven 1, 2 en 3 hebben een verwaarloosbare invloed op de morfologie van de rivier. Bij toepassing van alternatief 4 wordt opwaarts het overstromingsgebied een sterkere neiging tot sedimentatie verwacht, terwijl afwaarts het overstromingsgebied de rivier minder geneigd zal zijn aan te zanden. |
|