one publication added to basket [26892] | Eindrapport: Onderzoek naar de ruimtelijke variatie van het macrobenthos voor de Westkust in functie van de ecologische bijsturing van een kustverdedigingsproject
Degraer, S.; Vincx, M. (1995). Eindrapport: Onderzoek naar de ruimtelijke variatie van het macrobenthos voor de Westkust in functie van de ecologische bijsturing van een kustverdedigingsproject. AMINAL/Universiteit Gent: Gent. 18 + 3 tables + 24 figures pp.
| |
Project | Top | Authors |
- Onderzoek naar ruimtelijke variatie van het macrobenthos voor de Westkust i.f.v. de ecologische bijsturing van een kustverdedigingsproject, more
|
Abstract |
De soortensamenstelling van het macrobenthos van de Kustbanken van de Midden- en de Westkust (83 soorten) wordt gekarakteriseerd door gelijkaardige gemeenschappen. Wel kan aangeduid worden dat er aan de Westkust een lichtjes hoger aantal soorten voorkomt, tot maximaal 30 soorten per station.Enkel op basis van densiteiten kan een effectief onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende zones in het gebied. Hierbij is het duidelijk dat zowel aan de Midden- als de Westkust armere en rijkere zones aangetroffen worden. Weliswaar lijkt de Westkust, algemeen gesproken, rijker dan de Middenkust. De groep rijke stations van de Westkust bereikt namelijk een gemiddelde densiteit van om en bij de 3900 ind./m2, de rijke stations van de Middenkust zo'n 1700 ind./m2. De arme stations van de Westkust bereiken gemiddeld 250 ind./m2 en deze van de Middenkust ongeveer 300 ind./m2.De hoogste totale biomassa wordt gevonden aan de Westkust en dan voornamelijk in de dieper gelegen zones van het gebied. In dalende volgorde zijn voornamelijk de Bivalvia, de Polychaeta, de Decapoda en de Amphipoda van belang. Het grootste deel van de macrobenthische biomassa van het studiegebied wordt dus uitgemaakt door de Bivalvia, met als belangrijkste soorten Spisula subtruncata, Macoma balthica, Abra alba en Tellina fabula.Binnen de geografische zones (Midden- en Westkust) bestaat er een duidelijk verschil tussen de hoge-biomassa groep en de lage-biomassa groep. De rijke Westkuststations bereiken een gemiddeld asvrij drooggewicht (ADW) van ongeveer 12 g/m2, de armere Westkustgroep slechts zo'n 2 g ADW/m2. Aan de Middenkust wordt hetzelfde fenomeen waargenomen: ongeveer 7 g ADW /m2 tegenover 1 g ADW /m2. |
|