one publication added to basket [70387] | De afdamming van het Zwin als gevolg van de Tricolor olieverontreiniging: effecten op en herstel van het macrobenthos
Van Colen, C. (2004). De afdamming van het Zwin als gevolg van de Tricolor olieverontreiniging: effecten op en herstel van het macrobenthos. MSc Thesis. Universiteit Gent. Faculteit Wetenschappen: Gent. 72 pp.
|
Available in | Author |
|
Document type: Dissertation
|
Keywords |
Macrobenthos Recovery ANE, Belgium, Knokke-Heist, Het Zoute [Marine Regions]; Belgium, Het Zwin natuurreservaat Marine/Coastal; Brackish water |
Abstract |
Naar aanleiding van de dreigende Tricolor olieverontreinginig eind januari 2003 werden de beide toegangsgeulen tot het natuurreservaat het Zwin afgesloten van de Noordzee. Uiteindelijk werd zowel langs Belgische en Nederlandse zijde gekozen voor een zanddam ter bescherming van het waardevolle slikke- en schorgebied. De toegangsgeul op Nederlands grondgebied werd zo, tijdens de winterperiode, 27 dagen van de getijdenwerking afgesloten. Deze beschermingsoptie gaf aanleiding tot heel wat wetenschappelijke discussie, daar het effect op het ecologisch zeer belangrijke bodemleven van de slikken niet kon worden ingeschat. De afdamming werd aangegrepen als een ideale gelegenheid om deze effecten te beschrijven en te kwantificeren met als doel in de toekomst de effecten van een eventuele nieuwe afdamming beter te kunnen inschatten. Stalen werden daartoe net voor, regelmatig tijdens en om het eventuele herstel op te volgen, periodiek na de afdamming verzameld. Alle soorten die voor de afdamming voorkomen blijven ook nadien aanwezig. Tijdens de afdamming worden wel soorten die er voordien niet voorkwamen in hoge dichtheden aangetroffen: Orchestia gammarellus en Talitrus saltator. Variantie-analyse toont geen significante verschillen tussen de densiteiten aan de dominant aanwezige macrobenthische soorten, voor en tijdens de afdamming. Opvallend is wel dat, wanneer een soort in hoge dichtheden (> 2000 ind./m2) voorkomt, deze tijdens de afdamming in hetzelfde station in veel lagere dichtheden wordt aangetroffen en dat de densiteit van twee soorten, Aphelochaeta marioni en Pygospio elegans, in alle stations afneemt. Met betrekking tot het bodemleven, mag, gezien de hoge overleving van het macrobenthos en de afscherming van het reservaat met de olie, de keuze voor de zanddam (en de daarmee verbonden volledige afsluiting van de getijdenwerking) als beschermingsoptie, positief geëvalueerd worden. |
|