Period: 1979 Status: In Progress
|
|
Institutes (6) |
Top |
- Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Vlaams Ministerie Mobiliteit en Openbare Werken; Departement Mobiliteit en Openbare Werken (DMOW), more, sponsor
- Vlaamse overheid; Beleidsdomein Landbouw en Visserij; Instituut voor landbouw- , visserij en voedingsonderzoek; Kenniseenheid: Dier; Aquatisch Milieu en Kwaliteit; Biologisch milieuonderzoeksgroep, more, partner
- Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken; Departement Mobiliteit en Openbare Werken; Afdeling Maritieme Toegang, more, partner
- Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen; Operationele Directie Natuurlijk Milieu; Beheerseenheid Mathematisch Model Noordzee en Schelde-estuarium (BMM), more, partner
- Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken; Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust; Afdeling Kust, more, partner
- Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Vlaams Ministerie Mobiliteit en Openbare Werken; Departement Mobiliteit en Openbare Werken; Waterbouwkundig Laboratorium (WL), more, partner
|
Abstract |
Centrale onderzoeksvraag/doel
Wat is de impact van het storten van baggerspecie op het mariene bodemleven? De baggerspecie die vrijkomt bij het op peil houden van de maritieme toegangswegen en de havens wordt (indien ze niet herbruikbaar is voor het opspuiten van stranden) terug in zee gestort op vijf loswallen (S1, S2, Zeebrugge Oost, Oostende en Nieuwpoort; jaarlijks 12 miljoen ton droge stof). Via een continu monitoringsprogramma wordt nagegaan in welke mate het lossen van baggerspecie een invloed heeft op het bodem ecosysteem op en rond de vijf huidige loswallen.
Relevantie/Valorisatie
Zowel het baggeren zelf als het storten van de baggerspecie zijn gebonden aan vergunningsvoorwaarden die internationaal (o.a. via de OSPAR conventie) zijn vastgelegd en vertaald in de Belgische wetgeving. De resultaten van de continue monitoringstudie naar de effecten van het storten worden tweejaarlijks gerapporteerd aan de afdeling Maritieme Toegang van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Tevens worden de onderzoeksresultaten van ILVO-Visserij tweejaarlijks gebundeld met deze van BMM, MOW-aMT en MDK-afdeling Kust in een syntheserapport. |
|