Effecten van verschuivingen van nutriëntenconcentraties op biota in de Nederlandse kustwateren: mesocosms als middel voor het vergroten van inzicht in effecten van eutrofiëring
Philippart, C.J.M. (1994). Effecten van verschuivingen van nutriëntenconcentraties op biota in de Nederlandse kustwateren: mesocosms als middel voor het vergroten van inzicht in effecten van eutrofiëring. BEON Rapport = BEON-report(1). [S.n.]: [s.l.]. 61 pp.
Part of: BEON Rapport = BEON-report. Programma Bureau BEON: Den Haag. ISSN 0924-6576, more
|
Abstract |
In de Nederlandse kustwateren fluctueerde de toevoer van nutriënten, wat resulteerde in veranderingen van de concentraties van deze nutriënten. In de periode waarin de nutriëntenconcentraties toenamen, werden gelijktijdige veranderingen in aantallen en biomassa van diverse soorten organismen van verschillende trofische niveaus waargenomen. Het huidige overheidsbeleid streeft naar een halvering van de antropogene input van nutriënten. Inventarisatie van geïntegreerd onderzoek naar effecten van veranderingen in nutriënten op mariene ecosystemen laat zien dat het mogelijk is om aan de hand van onderzoek in mariene modelecosystemen de trofische interacties tussen nutriënten, fytoplankton, zoöplankton, macrofauna en vissen te kwantificeren. Uit dit onderzoek bleek tevens dat de invloed van nutriëntentoevoer op de structuur van het voedselweb in kustecosystemen in belangrijke mate bepaald wordt door koppeling tussen het pelagische en het benthische deel van een kustecosysteem. De problematiek van de relatie tussen de veranderingen in nutriënten en organismen in de Nederlandse kustwateren vraagt om een geïntegreerde aanpak, d.w.z. met aandacht voor de hoeveelheid en de onderlinge verhouding van de nutriënten, de effecten op de primaire productie en de terugkoppelingen in het ecosysteem door regeneratie van nutriënten. Gericht onderzoek is nodig om de vraag te beantwoorden in hoeverre de door het overheidsbeleid geïnduceerde veranderingen in nutriënten zullen leiden tot de gewenste veranderingen in organismen en wat hierbij de onzekerheden zijn. |
|