Uitbreiding ESTMORF model Westerschelde: afregelen van het waterbewegingsmodel Implic
Jeuken, M.-C.J.L.; van de Weck, A.W. (1999). Uitbreiding ESTMORF model Westerschelde: afregelen van het waterbewegingsmodel Implic. Delft Hydraulics/Waterbouwkundig Laboratorium: Delft. 18 pp.
| |
Keywords |
Modelling Models > Mathematical models Motion > Tidal motion > Tides ANE, Netherlands, Westerschelde [Marine Regions] Marine/Coastal; Brackish water |
Authors | | Top |
- Jeuken, M.-C.J.L., more
- van de Weck, A.W.
|
|
|
Abstract |
De onderliggende waterbeweging voor het uitgebreide ESTMORF model van de Westerschelde wordt bepaald met behulp van een ééndimensionaal IMPLIC model . Dit model is recentelijk uitgebreid met de buitendelta, zeewaarts van de lijn Vlissingen - Breskens tot aan de 20 meter dieptelijn . Het op deze manier uitgebreidewaterbewegingsmodel moet opnieuw worden afgeregeld, met behulp van randvoorwaarden op de nieuwe zeewaartse rand van het model. Daarnaast is een beperkt vooronderzoek naar de relatieve invloed van de belangrijkste afregelings-parameters op de asymmetrie van het verticale getij gewenst. Het primaire doel vanhet huidige onderzoek is het opstellen van een afgeregeld waterbewegingsmodel van de gehele Westerschelde, inclusief het mondingsgebied . Hierbij ligt de nadruk op het mondingsgebied, de rest van het model is reeds eerder gekalibreerd. Om dit doel te bereiken is het model uitgebreid gecontroleerd en vervolgens in een aantalstappen afgeregeld . Bij controle is gebleken dat de bestaande modelschematisatie (met per vak verschillende oppervlakken voor het begin- en eindprofiel) niet betrouwbaar bleek . Dit is ondervangen door deze profielen te vervangen door gemiddelde profielen, net als in het bestaande model van de Westerschelde . Het afregelen bestond vervolgens voornamelijk uit het aanpassen van de ruwheden in het model . Dit bleek voor het grootste deel van liet model bevredigende resultaten op te leveren . De debietverdeling tussen de Wielingen en deSardijngeul / Oostgat / Deurloo combinatie werd tenslotte nauwkeurig afgeregeld door lokale verschuiving van de vakgrenzen en variatie van de ruwheden in eb- en vloedrichting. Geconcludeerd kan worden dat het aldus afgeregelde model de waterstanden en debieten in het mondingsgebied redelijk goed benaderd, zodat het model kan worden gebruikt voor het uitvoeren van morfodynamische modelberekeningen met behulp van ESTMORF . Uit een (overigens beperkt uitgevoerde) gevoeligheidsanalyse is gebleken dat de weergave van deasymmetrie van waterstanden in de buitendelta door het model weinig gevoelig is voor aanpassingen van de bodemruwheid. |
|