Integraal plan Boven‐Zeeschelde: deelrapport 8. Sedimentbalans Zeeschelde, Rupel en Durme
Vandenbruwaene, W.; Levy, Y.; Plancke, Y.; Vanlede, J.; Verwaest, T.; Mostaert, F. (2017). Integraal plan Boven‐Zeeschelde: deelrapport 8. Sedimentbalans Zeeschelde, Rupel en Durme. Versie 4.0. WL Rapporten, 13_131_8. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. X, 42 + 22 p. bijlagen pp.
Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more
|
Available in | Authors |
|
Document type: Project report
|
Keywords |
Hydraulics and sediment > Morphology > Sediment balance Hydraulics and sediment > Sediment > Cohesive sediment Hydraulics and sediment > Sediment > Dredging and dumping Hydraulics and sediment > Sediment > Non-cohesive sediment Hydraulics and sediment > Sediment > Upstream discharge Literature and desktop study Sediments > Clastics > Mud Belgium, Zeeschelde [Marine Regions]
|
Author keywords |
Sediment balance; Sand; Zand |
Project | Top | Authors |
- Vervolgonderzoek Bevaarbaarheid BoZS (Integraal Plan BoZs), more
|
Abstract |
In voorliggend rapport werd de sedimentbalans berekend voor de Zeeschelde, Rupel en Durme over de periode 2001-2011. De sedimentbalans werd uitgerekend volgens de rekencellenmethodiek wat toelaat om sedimenttransporten over de randen van de rekencellen heen te berekenen. Er werd een onderscheid gemaakt tussen zand- en slibtransport, gebruik makende van de bodemsamenstelling per ecotopengroep, en de lithologische samenstelling van de fluviatiele sedimentaanvoer (opwaartse rand). De sedimentbalans houdt rekening met antropogene invloeden door volumeveranderingen ten gevolge van baggeren, storten, zandwinning, fluxen naar de havendokken en ontpolderingen te implementeren. Bovendien werd een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd om na te gaan hoe representatief de bekomen transportrichtingen voor het referentiescenario zijn.Berekening van de sedimentbalans en bijhorende transportrichtingen voor het referentiescenario toont aan dat slibtransport in de Zeeschelde en Rupel afwaarts gericht is over de periode 2001-2011. Voor de Durme en de tij-arm Gentbrugge-Melle is het slibtransport opwaarts gericht. Zand wordt in de Beneden-Zeeschelde (in tegenstelling tot slib) hoofdzakelijk in de opwaartse richting getransporteerd, in de Boven-Zeeschelde is het zandtransport hoofdzakelijk afwaarts. Net zoals voor slib verloopt het zandtransport in de Rupel afwaarts, en in de Durme en de tij-arm Genbrugge-Melle opwaarts. De gevoeligheidsanalyse toont aan dat de bekomen transportrichtingen voor het referentiescenario ook in grote mate bekomen worden voor de overige scenario’s. |
|