Overleg Flexibel Storten: deelrapport 23. Stroming- en sedimentmeting ter hoogte van de diepe put van Hansweert
Plancke, Y.; Claeys, S.; Verwaest, T.; Mostaert, F. (2017). Overleg Flexibel Storten: deelrapport 23. Stroming- en sedimentmeting ter hoogte van de diepe put van Hansweert. Versie 3.0. WL Rapporten, 00_031_23. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. IX, 19 + 45 p. bijlagen pp.
Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more
|
Available in | Authors |
|
Document type: Project report
|
Keywords |
Dumping Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Current velocities and patterns In-situ measurements Sediments ANE, Netherlands, Westerschelde [Marine Regions]
|
Contact detailsProposer: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken; Departement Mobiliteit en Openbare Werken; Afdeling Maritieme Toegang , more
Abstract |
In het kader van de onderhoudsbaggerwerken in de Westerschelde, werd in 2016 een eerste proefstorting uitgevoerd waarbij 1 Mm3 sediment werd gestort in de diepe put van Hansweert. Op basis van de uitgevoerde peilingen werd aanzienlijk verlies vastgesteld tijdens en/of vlak na de uitvoering van de storting.Om de sedimentverspreiding tijdens het storten in beeld te brengen, werd tijdens de tweede proefstorting in juli 2017 een ADCP-meting uitgevoerd. Hiermee werd een beeld verkregen van de variatie in sedimentconcentratie tijdens en na het uitvoeren van enkele stortingen. Uit de metingen bleek dat er een verhoging kon worden vastgesteld tijdens en vlak na het storten. Aangezien de meettechniek niet toelaat het nabij-bodem transport te meten, is het moeilijk een volledige inschatting te maken van de exacte hoeveelheid sediment dat tijdens en onmiddellijk na de storting door de stroming getransporteerd wordt. Naast deze variatie in sedimentconcentratie bij het uitvoeren van een storting in de diepe put van Hansweert, werd tijdens de meetcampagne ook het stroombeeld ter hoogte van deze locatie in beeld gebracht. Hiervoor werden dwarsraaien gevaren ter hoogte van de diepe put. Uit deze metingen bleek dat de maximale stroomsnelheden in het midden van de waterkolom optreden en dat de concentratie van de stroming verschillend is bij eb en bij vloed. Daarnaast werd ook de transversale stromingscomponent in beeld gebracht. |
|