Stormvloedkering in de Westerschelde
van der Meer, J.W. (2006). Stormvloedkering in de Westerschelde. Ir Thesis. TU Delft, Faculty of Civil Engineering and Geosciences, Hydraulic Engineering: Delft. XI, 139 pp.
|
Available in | Author |
|
Document type: Dissertation
|
Keywords |
Structures > Hydraulic structures > Coastal structures > Coast defences > Barriers > Storm surge barriers ANE, Netherlands, Westerschelde [Marine Regions] Marine/Coastal |
Abstract |
Na de stormvloed in 1953 heeft Nederland het Deltaplan ontwikkeld waarbij bijna alle zeearmen in het zuidwesten van Nederland zijn afgesloten. Alleen de Westerschelde is nog helemaal met name omdat de scheepvaart van en naar Antwerpen hier van groot belang is. België heeft pas na de stormvloed van 1976 het Sigmaplan opgesteld waarmee Vlaanderen beschermd worden tegen overstromingen. Dit plan is echter nooit voltooid en België loopt hierdoor ver achter op Nederland. Ingenieursbureau Boorsma B.V. te Drachten heeft een oplossing voor dit probleem gepubliceerd waarbij wordt uitgegaan van een stormvloedkering in de Westerschelde. In dit afstudeerproject is nader onderzoek gedaan naar deze oplossing. In het vooronderzoek zijn verschillende oplossingen van stormvloedkeringen bekeken en is situatie van de Westerschelde nader onderzocht. Hierna zijn verschillende oplossingen voor problematiek bekeken: Dijkverhogingen; Overloopgebieden; Overschelde; Stormvloedkering; Verbreding kustgebied; Westerschelde afdammen tot een zoetwatermeer. Deze oplossingen zijn met elkaar vergeleken en hieruit blijkt dat de stormvloedkering een hele effectieve oplossing is waarbij de bestaande functies van de Westerschelde behouden kunnen blijven en het achterland goed tegen stormvloeden kan worden beschermd. De oplossing van de stormvloedkering is verder uitgewerkt waarbij een locatie is bepaald en een indeling voor de kering is gemaakt. In het ontwerp van Ingenieursbureau Boorsma wordt uitgegaan van sectordeuren in de scheepvaartdoorgangen met een maximale overspanning van 100-150m voor de grote containerschepen. Sectordeuren zijn eerder toegepast in de Theems en in de Eems met een overspanning van ongeveer 60m. Voor het ontwerp van de stormvloedkering dat voor dit afstudeerproject is gemaakt wordt ook uitgegaan van sectordeuren in de scheepvaartopeningen en is een maximale overspanning van 145m toegepast in de hoofdscheepvaartopening. Er is onderzocht in hoeverre deze sectordeuren geschikte afsluitmiddelen zijn voor de scheepvaartopeningen in de Westerschelde en wat de gevolgen zijn van de schaalvergroting. Voor de sectordeuren geldt dat dit principe geschikt is voor de situatie van de Westerschelde omdat de deuren tweezijdig het water kunnen keren en een onbeperkte doorvaarthoogte voor de scheepvaart garanderen. Dit laatste wordt bewerkstelligd doordat een sectordeur tijdens normale omstandigheden in een drempel op de bodem ligt opgeborgen. Om te onderzoeken wat de gevolgen van de beoogde schaalvergroting zijn voor een sectordeur is voor de sectordeur van 145m een ontwerp gemaakt waarbij eerst de geometrie, het mechanicaschema en de belastingen op de deur zijn bepaald. Bij het ontwerp van de sectordeur is vooral gekeken naar de constructie en de uitvoering van de grote overspanning. Hierbij is onder andere onderzocht wat de gevolgen zijn voor het hoofddraagsysteem van de constructie. In de bestaande uitvoeringen worden plaatliggers toegepast, maar er is gebleken dat dit systeem voor de grote overspanning niet meer voldoet. Daarom is er een ander systeem bedacht waarbij wordt uitgegaan van een stijve kern in het midden van de deur. Via de uitkragingen worden de belastingen naar de stijve kern overgebracht waarna deze de krachten afdraagt naar de opleggingen. Het principe van beide systemen is hieronder weergegeven. Voor het systeem van de stijve kern is de maatgevende doorsnede gedimensioneerd. Aan de hand van dit ontwerp is de deur hierna ingevoerd en gecontroleerd met behulp van het programma STAADpro op sterkte, stijfheid en trillingen. Na een eerste invoer is het ontwerp geoptimaliseerd waarbij de kern onder andere is aangepast aan de momentenlijn. Conclusies van de controles met behulp van het modelleringsprogramma zijn de volgende: het bedachte systeem van de stijve kern voldoet wat betreft de sterkte en is beter dan het systeem van de plaatliggers, maar de toegepaste plaatdiktes (maximaal 130mm) en de vervormingen (maximaal 945mm) zijn erg groot. |
|