Kanaal Gent-Terneuzen. Zeesluis binnen complex: simulatiestudie
Verwilligen, J.; Eloot, K.; Mostaert, F. (2010). Kanaal Gent-Terneuzen. Zeesluis binnen complex: simulatiestudie. Versie 2.0. WL Rapporten, 803_05. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. 37 + 191 p. bijl. (cd-rom), 6 p. tab., 19 p. fig. pp.
Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more
|
User Access Rights: Not Public |
Available in | Authors |
|
Document type: Project report
|
Keywords |
Harbours and waterways > Interaction with structures > Locks > Lock entry / lock exit Harbours and waterways > Safety > Risk analysis Locks (Waterways) Simulation Simulations Vehicles > Surface craft > Ships > Merchant ships > Bulk carriers Netherlands, Gent - Terneuzen Canal Marine/Coastal |
Author keywords |
|
Abstract |
In de studie werden de nautische knelpunten van een grote zeesluis (427 m x 55 m) binnen het bestaande sluizencomplex onderzocht voor een bulkcarrier met post-panamax afmetingen (366 m x 49 m) en diepgang tot 14.5 m. Teneinde de optimale inplanting van de sluis binnen het complex te definiëren werden door Vlaamse en Nederlandse kanaalloodsen real-time simulaties uitgevoerd naar twee alternatieve sluisinplantingen in op- en afvaart. De selectie van de te onderzoeken sluisomgevingen werd uitgevoerd in samenspraak met de begeleidingsgroep Nautische Simulatie. Een eerste onderzochte sluisinplanting betrof deze waarvan uitgegaan werd in alle recente studies van een grote zeesluis binnen complex. Deze inplanting wordt gekenmerkt door een zuidelijke positie in het bestaande sluizencomplex. In samenspraak met de begeleidingscommissie Nautische Simulatie werd een alternatieve sluisconfiguratie gedefinieerd die gekenmerkt werd door een meer noordelijke positie en een hoekverdraaiing ten opzichte van de Westsluis om de aansluiting naar het kanaal te verbeteren. Het doel van de simulatiestudie is de manoeuvreertechnische mogelijkheden van het ontwerpschip voor het inen uitvaren van de nieuwe zeesluis te onderzoeken. De verkeersafwikkeling bij de gekozen inplantingen werd niet onderzocht. |
|