Welkom op het expertplatform!
Dit platform verschaft informatie en kennis omtrent de WL expertisedomeinen 'hydraulica en sediment', 'havens en waterwegen', 'waterbouwkundige constructies', 'waterbeheer' en 'kustbescherming' - gaande van WL medewerkers met hun expertise, het curriculum van deze instelling, tot publicaties, projecten, data (op termijn) en evenementen waarin het WL betrokken is.
Het WL onderschrijft het belang van "open access" voor de ontsluiting van haar onderzoeksresultaten. Lees er meer over in ons openaccessbeleid.
one publication added to basket [110339] |
Risico’s in bedijkte termen: een thematische evaluatie van het Nederlandse veiligheidsbeleid tegen overstromen
(2004). Risico’s in bedijkte termen: een thematische evaluatie van het Nederlandse veiligheidsbeleid tegen overstromen. RIVM rapport, 500799002. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM): Bilthoven. ISBN 90-6960-110-9. 242 pp.
Deel van: RIVM rapport. RIVM: Bilthoven
| |
Abstract |
De waterkeringen die Nederland beschermen tegen overstroming vanuit de zee of de rivieren zijn nog nooit zo sterk geweest: de kans op overstroming van delen van het land, en daarmee het individueel risico van overlijden, is sinds de watersnoodramp van 1953 sterk verminderd. Toch is Nederland in de afgelopen jaren aanmerkelijk kwetsbaarder geworden voor het gevaar van overstroming: het economisch risico is toegenomen door een sterke toename van de mogelijke gevolgen van een eventuele overstroming. Ook is door de groei van de bevolking de kans op grote aantallen slachtoffers, het groepsrisico, veel groter dan voor alle andere externe veiligheidsrisico’s samen. Het huidige veiligheidsbeleid leidt daardoor niet tot het ‘veilige en bewoonbare Nederland’ zoals dat oorspronkelijk werd beoogd. De controverse tussen sterkere dijken en een groter risico wordt grotendeels toegeschreven aan een sluipende discrepantie tussen de handhaving van wettelijk voorgeschreven normen gericht op de sterkte van dijken, en de gestaag doorgaande sociale en economische ontwikkeling. De normen zijn grotendeels gebaseerd op inzichten van de periode 1953-1960, kort na de watersnoodramp in zuidwest Nederland. De huidige ruimtelijke verdeling van de financieel-economische waarde van dijkringgebieden sluit niet langer aan bij de ruimtelijke verdeling van normniveaus in de wet. Bovendien lijkt de Nederlander overstromingen door falende dijken niet meer te zien als een natuurverschijnsel dat af en toe kan optreden. Het overstromingsgevaar lijkt te worden beschouwd als een risico vergelijkbaar met extern opgelegde risico’s als industriële installaties, luchthavens en treinemplacementen. Vergelijking van het overstromingsgevaar met deze externe risico’s laat zien dat de kans op veel dodelijke slachtoffers tengevolgevan overstromingen veel groter is dan de kans op veel slachtoffers tengevolge van alle bekende externe risico’s bij elkaar. Vergeleken met andere landen (Europa, de VS, Japan) gelden in Nederland al hogere normen voor de waterkeringen, wat ook in overeenstemming is met de hoge kwetsbaarheid van de Nederlandse samenleving(dichtbevolkte en hoogontwikkelde onder zeeniveau gelegen gebieden). Een verdere toename van het overstromingsrisico wordt voorzien, als gevolg van de verdere stijging van de zeespiegel, klimaatwijzigingen en verdere sociale en economische ontwikkeling. Technische oplossingen zijn niet langer het enige antwoord opdeze toename. In de afgelopen jaren was de aandacht met name gericht op de hoogte en sterkte van waterkeringen. Opties op het gebied van de ruimtelijke ordening zijn buiten beeld gebleven. Gedacht kan worden aan het vermijden van risicovolle bouwlocaties en het compartimenteren van grote dijkringgebieden. |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.