Welkom op het expertplatform!
Dit platform verschaft informatie en kennis omtrent de WL expertisedomeinen 'hydraulica en sediment', 'havens en waterwegen', 'waterbouwkundige constructies', 'waterbeheer' en 'kustbescherming' - gaande van WL medewerkers met hun expertise, het curriculum van deze instelling, tot publicaties, projecten, data (op termijn) en evenementen waarin het WL betrokken is.
Het WL onderschrijft het belang van "open access" voor de ontsluiting van haar onderzoeksresultaten. Lees er meer over in ons openaccessbeleid.
| one publication added to basket [13089] |
Excretie en produktie van de benthische microflora op de Wadden in het westelijk deel van de Waddenzee
Canters, K.J. (1972). Excretie en produktie van de benthische microflora op de Wadden in het westelijk deel van de Waddenzee. NIOZ-rapport, 1972(5). Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee: Texel. 33 pp.
Deel van: NIOZ-rapport. Netherlands Institute for Sea Research (NIOZ): Den Burg. ISSN 0923-3210
|   |
| Abstract |
During the first half of 1971 the methods of WATT and others for measuring excretion by algae during fotosynthesis were adapted to microbenthic algae. Excretion as used here is defined as that part of the algal production which passes through a membrane filter of 0,15 µpore-diameter. Liquid scintillation was used for measuring C-14 activity of algae and excretion products. The method was tested in the laboratory. One of the pitfalls in excretion measurements appeared to be the impossibility to remove all added 14CO2 from the filtrate. Therefore a rest-activity has to be substracted from the filtrate activity. This seems to have been overlooked by earlier workers. Excretion proved to amount to some 3% of the primary production in situ by the macrobenthic algae. This means that earlier measurements of primary production on the tidal flats need only a small correction.Furthermore this implies that contribution of dissolved organic C to the Waddensea by microbenthic algae is low. Annual production amounts to some 100gC/m2/year; excretion (3%) amounts to 3gC/m2/year. For the Waddensea with 150km2 of tidal flats this will give 0.45x106 kg dissolved org.C/year. DUURSMA (1961) concluded that 32 x 106 kg dissolved org.C was formed in the western Waddensea annually, which means that contribution by benthic microalgae is only 1,4%. Therefore dissolved org.C will be largely the product of other processes (consumption of algae, bacterial breakdown of organic matter). |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.
