In de periode juni-juli 2000 werden er metingen uitgevoerd met de VMM meetwagen in de Westhoek. De meetwagen werd opgesteld op het terrein van de gemeentelijke werkplaats nl. Zwartenhoekstraat te Adinkerke - De Panne. Naast de meetwagen en naast het telemetrisch meetstation 44N029 te Houtem (Veurne) werd eveneens apparatuur opgesteld om zware metalen in zwevend stof te bepalen. De dioxinedepositiemetingen uitgevoerd in de grensstreek met Frankrijk voor de perioden oktober-november 1999, april-mei 2000 en november-december 2000 zijn eveneens opgenomen. In de periode december 1999-oktober 2000 werden er in opdracht van VMM door de Vito ook ammoniakmetingen uitgevoerd te Knokke, De Panne, Houtem en in Diksmuide. De metingen werden uitgevoerd in het kader van Interreg II-project. Het Interregproject is in 1990 opgestart met als doel grensgebieden te helpen bij specifieke ontwikkelingsproblemen die voortvloeien uit hun eerder afgezonderde ligging t.o.v. het nationaal economisch gebeuren en binnen de Europese Unie. De belangen van de bevolking en het respect voor het leefmilieu staan daarbij centraal. Binnen het programma Interreg II werd een onderzoeksproject goedgekeurd dat als doel heeft de grensoverschrijdende luchtverontreiniging tussen Noord-Frankrijk (regio Nord-pas-de-Calais) en Vlaanderen (provincie West-Vlaanderen, Westhoek) nader te bestuderen. Het project vindt zijn reden in de aanwezigheid van een industriële infrastructuur langsheen de kustzone en dit in de nabijheid van een vrij dichte stedelijke populatie. Belangrijke industriële vestigingen zijn in Duinkerke gesitueerd dicht bij woongebieden. Een gelijkaardige situatie doet zich-zij het in veel mindere mate-voor langs de Vlaamse kust (bv. Zeebrugge). In functie van de windrichting kan de grensoverschrijdende luchtverontreiniging zich voordoen in de ene of andere richting. De meetresultaten bekomen met de meetwagen liggen ruim beneden de grens-en richtwaarden van SO2, NO2, CO en PM 10 stof. Ook de zware metalen in zwevend stof liggen zeer laag, lager dan in een achtergrondstation in Knokke. In de hier onderzochte meetperiode, werden uitgenomen voor ozon, geen verhoogde concentraties van de onderzochte luchtverontreinigende stoffen vastgesteld. Weliswaar betrof het slechts een meetperiode van 45 dagen en kwam de wind slechts voor 17% ( = 7.5 dagen) van de tijd uit de sector 235°- 295° (richting Duinkerken). Twee nieuwe meetcampagnes worden georganiseerd waarvan de 1e eind 2000-begin 2001 en de tweede in mei-juni van 2001. De dioxinedeposities in Adinkerke, De Panne, Veurne en Poperinge blijven beneden de door VMM gehanteerde richtwaarde. In Menen worden evenwel herhaaldelijk zeer sterk verhoogde waarden gemeten. In 2001 voert de VMM in Menen windgerichte metingen uit, met als doel de locatie van de eventuele bron te achterhalen. De jaargemiddelde ammoniakconcentraties gemeten in De Panne ( 4,5 µg/m³) en Knokke (bos) (2,6 en 4,3 µg/m³) zijn lager dan deze gemeten in 1997 en 1998. in achtergrondgebieden in Vlaanderen. In Houtem (10,8 en 12,8 µg/m³) en Diksmuide (14,7 en 15,9 µg/m³) worden hogere concentraties gemeten, zonder evenwel de concentraties gemeten in 1997-1998 van gebieden met intensieve veeteelt, namelijk 30-35 µg/m³, te bereiken. In Knokke (open gebied) werd een jaargemiddelde concentratie gemeten van 8,7 ug!m³, wat vergelijkbaar is met deze van achtergrondgebieden. |