Deze masterproef kadert binnen het onderzoek naar een robuust slibtransportmodel. Tot op heden slagen de modellen er namelijk niet in om slibtransport met een voldoende nauwkeurigheid voor ingenieurstoepassingen te benaderen.Sedimentpartikels worden in water door turbulentie opgestuwd en in concentratie gehouden. Vervolgens worden deze door de stroming afgevoerd. Een belangrijke fractie van het totale transport gebeurt kort bij de bodem in de binnenste grenslaag van de stroming. Turbulentie speelt dus een belangrijke rol in slibtransport. Het is dan ook noodzakelijk dat de turbulentie nauwkeurig benaderd wordt en dit niet alléén in de turbulente stroming, maar ook in de binnenste grenslaag. Verder is er ook een niet te onderschatten interactie tussen de turbulentie in een stroming en de aanwezige sedimentpartikels. Ook deze interactie moet beschreven worden.
Om turbulente stromingen te modelleren, wordt het k-epsilon turbulentiemodel veelvuldig gebruikt. Dit model is echter niet geldig in de binnenste grenslaag, hier treden namelijk laag-Reynoldseffecten op. Daarom worden er dempingsfuncties aan het model toegevoegd om zo tot een laag-Reynolds k-epsilon turbulentiemodel te komen. Deze dempingsfuncties passen de constanten van het model, die voor een turbulente stroming gekalibreerd zijn, aan. Dit model is tot op heden nog niet numeriek stabiel. Daarom wordt dit model in deze masterproef verder onderzocht.
Wanneer een stabiel laag-Reynolds k-epsilon turbulentiemodel bekomen wordt, kan de interactie tussen de turbulentie in een stroming en de aanwezige sedimentpartikels ook in dit model gemodelleerd worden. Hierna zal het mogelijk zijn om het stromen van een sliblaag te modelleren.