Ten behoeve van de KaderRichtlijn Water (KRW) moeten maatlatten worden opgesteld voor diverse ecologische groepen. In dit werkdocument wordt de maatlat voor Angiospermen en macrowieren uitgewerkt voor de waterlichamen in de watertypen K1, K2, K3 en O2, zijnde de Eems, Waddenzee, Oosterschelde, Westerschelde en Noordzee-kustzone, alsmede M32, zijnde het Grevelingenmeer en Veerse meer. De maatlat “Angiospermen en macrowieren” bestaat uit drie deelmaatlatten voor resp. kwelders/schorren, zeegrassen en macrowieren. Deze deelmaatlatten bestaan ieder weer uit een of meer rekenregels, de metrieken (zie bijlage 3).Omdat referentie en GET moeten gelden voor een onbedijkte situatie, een situatie die voor K en O-wateren weinig reëel is in Nederland en voor M32 al helemaal niet, worden tevens per waterlichaam potentiële referenties en GET’s uitgewerkt, toegespitst op de actuele situatie in de betreffende waterlichamen. Deze P-REF’s en P-GET’s kunnen worden gebruikt als inspiratiebron om te komen tot MEP’s en GEP’s voor de sterk veranderde waterlichamen.Waar mogelijk zijn de actuele getallen gegeven voor de deelmaatlatten en metrieken, en zijn deze ingepast ten opzichte van de voorgestelde P-REF’s en P-GET’s, zodat duidelijk wordt hoe de waterlichamen passen op de deelmaatlatten.Omdat in de waterlichamen als regel geen problemen (meer) zijn met wierophopingen, levert deze deelmaatlat weinig extra informatie. In verband hiermee is deze deelmaatlat vooralsnog niet opgenomen in de maatlat “Angiospermen en macrowieren”. Hij is als het ware “slapend”. Indien gewenst kan deze deelmaatlat alsnog worden toegevoegd in het MEP-GEP-traject. Daarom wordt verder alleen nog gesproken van de maatlat Angiospermen.2 |