Welkom op het expertplatform!
Dit platform verschaft informatie en kennis omtrent de WL expertisedomeinen 'hydraulica en sediment', 'havens en waterwegen', 'waterbouwkundige constructies', 'waterbeheer' en 'kustbescherming' - gaande van WL medewerkers met hun expertise, het curriculum van deze instelling, tot publicaties, projecten, data (op termijn) en evenementen waarin het WL betrokken is.
Het WL onderschrijft het belang van "open access" voor de ontsluiting van haar onderzoeksresultaten. Lees er meer over in ons openaccessbeleid.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (0): toevoegen | toon |
Klaar voor wat komt? Over de invoering van klimaatadaptatiebeleid in Vlaanderen: onderzoeksrapport van de Universiteit Antwerpen in opdracht van de dienst Milieurapportering van de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA Crabbé, A.; Opdebeeck, S.; Bogaert, J.; Leroy, P.; De Sutter, R.; Brion, C.; Lamote, A.; Vanneuville, W.; Calcoen, S.; Van Zeebroeck, M.; Zaman, J.; Peeters, B. (2011). Klaar voor wat komt? Over de invoering van klimaatadaptatiebeleid in Vlaanderen: onderzoeksrapport van de Universiteit Antwerpen in opdracht van de dienst Milieurapportering van de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA. MIRA-onderzoeksrapporten, 06. Vlaamse Milieumaatschappij (VMM): Mechelen. ISBN 9789080402089. 103 pp.
Deel van: MIRA-onderzoeksrapporten. Vlaamse Milieumaatschappij (VMM): Mechelen
|
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Trefwoorden |
Evolution > Adaptation Government policy > Regulatory policy > Policies > Policy België, Vlaanderen [Marine Regions] |
Auteurs | Top | |
|
|
|
Abstract |
Klimaatverandering wordt in Vlaanderen, maar ook internationaal, vooral geassocieerd met mogelijke catastrofes en met gevolgen die men niet onder controle heeft: vnl. met betrekking tot wateroverlast. Toch is het waardevol klimaatverandering en klimaatadaptatie ook te zien als een opportuniteit, als een kans om voor het economische leven te stimuleren en de concurrentiekracht te vergroten door investeringen in wetenschap en bedrijfsleven. Vroeger werd er vanuit gegaan dat mensen zich autonoom, spontaan, automatisch, natuurlijk zouden aanpassen aan de klimaatverandering. Er werd ook vertrokken van de gedachte dat het met die klimaatverandering wel zou kunnen meevallen, zeker als er een voldoende ambitieus en effectief zou gewerkt worden aan het beperken van broeikasgasemissies. Ondertussen is het dominante beeld dat er een beleidsmatige, doelgerichte, doelbewuste, geplande oplossing moet gezocht worden om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. Uit alles in ons onderzoek blijkt dat klimaatadaptatie als een publieke verantwoordelijkheid wordt gezien: de overheid moet de juiste omgeving creëren voor klimaatadaptatie. Toch moet duidelijk zijn dat klimaatadaptatie een gedeelde verantwoordelijkheid is van publieke en private actoren: het al dan niet bereiken van (overheids)doelen rond klimaatadaptatie is minstens deels afhankelijk van de bereidheid van private actoren om mee te werken. Omdat klimaatadaptatie een probleem is dat zich wellicht pas op de lange termijn helemaal zal laten kennen, is de sense of urgency niet heel groot. Toch wordt de druk, ook internationaal en Europees opgevoerd, opdat nationale en regionale overheden adaptatiebeleid zouden voorbereiden. In Vlaanderen heerst de overtuiging dat het vooral aan de centrale, Vlaamse overheid is om klimaatadaptatiebeleid te ontwikkelen; initiatieven van decentrale overheden (provincies, steden en gemeenten) zijn nuttig als ze het centrale beleid kunnen ondersteunen. De Vlaamse overheid beoogt tegen 2012 een Vlaams adaptatieplan op te stellen. Het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) die de planvorming coördineert, ziet het opstellen van een gezamenlijke visie als een wenselijke maar wellicht wat te ambitieuze stap voor het eerste Vlaamse adaptatieplan. Met het oog op het geleidelijk werven van steun, laat LNE veel ruimte aan de verschillende beleidsdomeinen om zelf aan te geven waar ze iets rond klimaatadaptatie kunnen doen. Als het engagement van de beleidsdomeinen te vrijblijvend blijft, kan dat een hypotheek leggen op de mogelijkheid om via een adaptatieplan tot een inhoudelijk coherente en sturende visie op het Vlaamse adaptatiebeleid te komen. In Vlaanderen wordt niet van alle beleidsdomeinen verwacht dat ze adaptatiebeleid voorbereiden. Er zijn een aantal ‗relevante‘ beleidsdomeinen en -velden aangeduid: Internationaal Vlaanderen (toerisme, ontwikkelingssamenwerking), Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI; bedrijven), volksgezondheid, Landbouw en Visserij, water, Leefmilieu Natuur en Energie (LNE; natuur en energie), Mobiliteit en Openbare Werken, Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed (RWO). Voor zes van deze beleidsdomeinen en –velden werd onderzocht of en hoe ze klimaatadaptatie integreren in hun werking. Drie van de zes beleidsdomeinen en –velden blijken een proactieve of anticiperende benadering te hanteren: ontwikkelingssamenwerking, het beleidsveld water en het beleidsdomein landbouw en visserij. De overige drie nemen veeleer een reactieve of afwachtende houding aan: natuur, EWI en RWO. Het rapport geeft aan de hand van kritische faal- en succesfactoren aan hoe die verschillen tussen deze beleidsdomeinen/-velden te verklaren zijn. Uit het onderzoek blijkt dat de deelnemers aan de Vlaamse adaptatiestuurgroep (VAS) een belangrijke rol spelen in het aansturen en afstemmen van klimaatadaptatie in de verschillende beleidsdomeinen. Ook in de toekomst kan de VAS een belangrijk instrument zijn voor externe 7 integratie, op voorwaarde dat afstemming tussen de beleidsdomeinen binnen de VAS als een vast mechanisme wordt opgelegd aan de deelnemers. In het onderzoek wordt geconcludeerd dat het gebrek aan communicatie, transparantie en coördinatie tussen bestuurslagen een hypotheek legt op succesvol klimaatadaptatiebeleid. Om de communicatie en de coördinatie tussen bestuurslagen te verbeteren, om het meest geschikte niveau voor beleidsactie te bepalen en om conflicterende belangen tegen elkaar af te wegen, is het belangrijk dat de verantwoordelijkheid van elke bestuurslaag helder wordt gemaakt, bv. in het Vlaams adaptatieplan. Gezien klimaatadaptatie een gedeelde verantwoordelijkheid is tussen private en publieke partners, is het ook aangewezen een brede range van stakeholders actief te betrekken bij de planvorming. Voorlopig is niet duidelijk hoe die betrokkenheid zal worden georganiseerd bij de totstandkoming van het Vlaamse adaptatieplan. Wellicht wordt die beperkt tot het organiseren van één of twee stakeholdermeetings waarin deelnemers worden geïnformeerd over de stand van zaken in de planvorming. Uit het onderzoek blijkt ook de nood aan bijkomend onderzoek rond klimaatverandering en klimaatadaptatie. Er wordt gewaarschuwd dat het belangrijk is te voorkomen dat dit onderzoek verder versnippert. Programmering van beleidsrelevant onderzoek is cruciaal. Ondertussen mag de vraag naar bijkomend onderzoek het nemen van beleidsinitiatieven niet in de weg staan: een proactieve beleidsaanpak blijft aangewezen. |
Top | Auteurs |