De studie van de Holothuroidea, beter gekend als zeekomkommers, startte zo'n 23 eeuwen geleden wanneer Aristotles hen als immobiele mariene organismen definieert. Het duurt evenwel tot midden de zestiende eeuw vooraleer zeekomkommers als dieren per se worden herkend. Vandaag worden zeekomkommers gezien als een van de vijf nog levende klasses echinodermen. Er zijn momenteel een slordige 1600 soorten beschreven; deze komen voor van de getijdenzones tot de diepzee en van de tropen tot de polen.Het ultieme doel van deze dissertatie omhelst het begrijpen van de zeekomkommer biodiversiteit zoals die gevonden wordt in de ondiepe wateren van de West-Indische Oceaan, het gebied dat zich uitstrekt vanaf Suez tot Kaapstad en vanaf de kust van Oost-Afrika (inclusief de Rode Zee en de Perzische Golf) tot 65 graden Oost. Ten einde dit doel te bereiken werden verschillende expedities naar twee contrasterende regio's van de West-Indische Oceaan (de tropische kust van Kenia, samen met de kust van Pemba in Noord-Tanzania en de subtropische kust van KwaZulu-Natal in het Noord-Oosten van de Republiek Zuid-Afrika) georganiseerd. Deze hadden tot doel een representatieve soortencollectie op te bouwen.Een aanzienlijk deel van deze dissertatie betreft het opstellen van een betrouwbare en actuele faunistische lijst van de zeekomkommer fauna zoals aanwezig in deze twee studiegebieden. De faunistiek van het overige deel van de West-Indische Oceaan werd ingevuld met behulp van belangrijke collecties afkomstig uit de Seychellen en Inhaca (deze waren als niet geïdentificeerd materiaal gedeponeerd in de collectie van het Koninklijk Africa Museum van Tervuren, België), met nauwlettende studie van vrijwel alle beschikbare literatuur en met een groot aantal specimens uitgeleend door musea van over de hele wereld. Tijdens de aanmaak van deze soorteninventaris, ontdekten mijn collegae en mezelf verschillende soorten en één geslacht die nieuw zijn voor de wetenschap. Tijdens de beschrijving van onze vondsten volgden we evenwel niet blindelings de beschikbare biologische classificaties. Integendeel, tijdens de constructie van de soortenlijsten, zagen we erop toe dat de biologische classificaties ten alle tijde kritisch werden benaderd. Deze attitude resulteerde uiteindelijk in de taxonomische revisie van het Holothuria subgenus Mertensiothuria en van het holothuriid genus Labidodemas. De type species van dit laatste genus bleek een cryptische soort te zijn. We werden beloond met nog eens twee nieuwe soorten.Tijdens dit proces werd het historische gedachtegoed met betrekking tot de taxonomie en de systematiek van de Holothuroidea nooit ontkend. Deze aanpak stelde ons in staat om systematisch genegeerde karakters zoals de spicules van de spieren opnieuw op te waarderen. Deze karakters bleken niet allen diagnostisch in het herkennen van taxa, ze bleken daarenboven informatief bij het opstellen van fylogenieën. Onze vernieuwde inzichten in zulke (en andere) karakters stelden ons in staat om een omvangrijke, op morfologie gebaseerde, dataset op te stellen. Deze liet ons toe om de fylogenie van de Holothuriidae (de best vertegenwoordigde familie in dit werk) op te stellen. Deze cladistische analyse onthulde niet alleen dat Labidodemas inderdaad monofyletisch is (zoals aangeduid door taxonomische revisie), maar liet tevens toe te stellen dat dit genus afgeleid is uit het (nu parafyletische) genus Holothuria. Als dusdanig, is Labidodemas evolutief veel jonger dan algemeen werd aangenomen. Onze fylogenetische studies suggereren voorts een nauwe verwantschap tussen de genera Actinopyga, Bohadschia en Pearsonothuria. Helaas bleek de robuustheid van deze tak laag. Verdere studies (zie tevens annex op CD ROM) zullen moeten uitmaken of een nieuwe classificatie van de Holothuriidae al dan niet gewenst is.Afgezien van deze valkuilen, slaagden we er uiteindelijk in om de fel begeerde faunistische lijst van de Ho |