Welkom op het expertplatform!
Dit platform verschaft informatie en kennis omtrent de WL expertisedomeinen 'hydraulica en sediment', 'havens en waterwegen', 'waterbouwkundige constructies', 'waterbeheer' en 'kustbescherming' - gaande van WL medewerkers met hun expertise, het curriculum van deze instelling, tot publicaties, projecten, data (op termijn) en evenementen waarin het WL betrokken is.
Het WL onderschrijft het belang van "open access" voor de ontsluiting van haar onderzoeksresultaten. Lees er meer over in ons openaccessbeleid.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (0): toevoegen | toon |
Onderzoek naar de visveiligheid van de turbine aan het sluis-stuw complex van de Leie in Harelbeke Verhelst, P.; Buysse, D.; De Maerteleire, N.; Dens, F.; Maes, Y.; Pieters, S.; Plaetinck, S.; Rosseel, D.; Terrie, T.; Vanden Houten, J.; Coeck, J. (2024). Onderzoek naar de visveiligheid van de turbine aan het sluis-stuw complex van de Leie in Harelbeke. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, 2024(4). INBO: Brussel. 30 pp. https://dx.doi.org/10.21436/inbor.101502384
Deel van: Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek: Brussel. ISSN 1782-9054
|
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Auteurs | Top | |
|
|
|
Abstract |
De meeste vissen, zilverpaling in het bijzonder, migreren stroomafwaarts tijdens verhoogdeafvoer en volgen daarbij de hoofdstroom met de hoogste stroomsnelheid. Wanneer de hoofdstroom over de stuwen gaat in plaats van door de turbines, wordt de kans aanzienlijk verkleind dat vissen via de turbines stroomafwaarts migreren. We raden daarom aan om de turbines enkel te activeren wanneer de hoofdstroom over de stuwen gaat. Een bijkomende maatregel kan zijn om rubberen strips op de rand van de turbines te plaatsen, zodat de opening tussen de schroeven en opvoergoot wordt verkleind. Het meest voorkomende type schade over alle vissoorten was namelijk knijpschade: vissen raakten gekneld tussen de vijzelbladen en de behuizing. Door de rubberen strips verkleint de kans dat een vis tussen deze opening gekneld komt te zitten. De set-up van deze studie liet het echter niet toe om na te gaan welke proportie van de vissen de turbine effectief gebruiken als migratieroute. Vermoedelijk migreert een deel van de vissen stroomafwaarts via de stuw, maar dit deel zal afhankelijk zijn van het debiet dat over de stuw versus door de turbine gaat. Dit kan onderzocht worden aan de hand van een telemetriestudie, waarbij gezenderde vissen in het studiegebied gevolgd worden tijdens hun migratie. Zo kan nagegaan worden welke routes ze nemen, of ze passage van het sluiscomplex overleven en onder welke condities ze migreren. Informatie over de migratiecondities kan toegepast worden voor het sturen van de turbine-activiteit. Bijvoorbeeld als blijkt dat vissen ’s nachts in het najaar migreren onder verhoogde afvoer, kan geopteerd worden om op die momenten de turbine uit te schakelen of enkel te activeren als de hoofdstroom over de stuwen gaat. |
Top | Auteurs |