In Onderling verkent Miek Zwamborn de wildernis die haar omringt. Door zichzelf over te leveren aan de elementen, zich onder te dompelen in de orale traditie, te lopen, zwemmen en foerageren, probeert zij op de zuidpunt van het eiland Mull thuis te raken. Via gedichten, brieven, essays, tekeningen, plattegronden en foto’s gidst Zwamborn de lezer langs vulkanische erupties, millennia oud trilveen, ontvolkte akkers, Keltisch oerbos, fluctuerend wad, wuivend waterwoud en een alles overkoepelend luchtruim. Zwamborn komt er in contact met een veelvoud aan organismen en schetst de onderlinge verhoudingen die haar fascineren. Ze schrijft over de kracht van de natuur; zeenaaktslakken, ruwe borstelzwammen, knokige eiken, te water geraakt vee en aangespoelde walvissen, maar ook over de verstrengelingen en misverstanden tussen de eilanders. |