one publication added to basket [282470] | Slibbalans Zeeschelde: deelrapport 4. Historische evolutie SPM
Vandenbruwaene, W.; Vanlede, J.; Plancke, Y.; Verwaest, T.; Mostaert, F. (2016). Slibbalans Zeeschelde: deelrapport 4. Historische evolutie SPM. versie 6.0. WL Rapporten, 00_029_4. Waterbouwkundig Laboratorium/Antea Group: Antwerpen. 74 + 4 p. bijlagen pp.
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
| |
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Documenttype: Projectrapport
|
Trefwoorden |
Hydraulics and sediment > Sediment > Cohesive sediment In-situ measurements Literature and desktop study Sediments > Clastics > Mud België, Zeeschelde [Marine Regions]
|
ContactgegevensOpdrachtgever: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken; Departement Mobiliteit en Openbare Werken; Afdeling Maritieme Toegang , meer
Abstract |
Voorliggend rapport bestudeert het effect van bovenafvoer, getij, seizoenen en slibstortingen op de 'suspended particle matter' (SPM) in het Schelde estuarium. Zo wordt bij lage bovenafvoer (typisch voor zomercondities) een duidelijke verhoging waargenomen in SPM concentraties op een afstand 100-140 km van Vlissingen. Vooralsnog is niet duidelijk hoe lang er lage bovenafvoer nodig is voor de ontwikkeling van dit estuarien turbiditeitsmaximum (ETM). Ook getij heeft duidelijk zijn effect, en dit zowel op de tijdsschaal van een individueel getij als op de tijdsschaal van een spring-doodtijcyclus. Zo is bij doodtij de SPM concentratie in de Schelde 0.8-0.9 keer de mediaanconcentratie, terwijl dit bij springtij 1.2 keer de mediaanconcentratie is. Naast de invloed van fysische parameters werd ook de lange termijn evolutie van het SPM signaal onderzocht. Hierbij werd een trendanalyse uitgevoerd over de periode 1996-2015 waarbij genormaliseerd werd voor het effect van getij, bovenafvoer en seizoenen. We merken op dat niet alle invloedsfactoren (bijvoorbeeld stortingen) zijn opgenomen in de betreffende analyse (buiten scope opdracht), en de uitgevoerde normalisatie kan beschouwd worden als een eerste verkennende analyse. Een verdere, doorgedreven statische analyse strekt dan ook tot de aanbevelingen. |
|