one publication added to basket [356398] | Geïdealiseerde processtudie van systeemovergangen naar hypertroebelheid: WP 1.4 Basismodel sediment
Brouwer, R.L.; Schramkowski, G.P. (2022). Geïdealiseerde processtudie van systeemovergangen naar hypertroebelheid: WP 1.4 Basismodel sediment. Versie 4.0. WL Rapporten, 13_103_5. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VII, 31 + 3 p. bijl. pp. https://dx.doi.org/10.48607/127
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
|
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Documenttype: Projectrapport
|
Trefwoorden |
Hydraulics and sediment > Sediment > Cohesive sediment Hydraulics and sediment > Sediment > Sediment transport Hydraulics and sediment > Sediment > Upstream discharge Motion > Tidal motion > Tides Numerical modelling Properties > Chemical properties > Salinity Transport > Sediment transport Water bodies > Coastal waters > Coastal landforms > Coastal inlets > Estuaries ANE, Schelde-estuarium [Marine Regions]
|
Project | Top | Auteurs |
- AvdT - Geïdealiseerde processtudie van systeemovergangen naar hypertroebelheid, meer
|
Auteurs | | Top |
- Brouwer, R.L., meer
- Schramkowski, G.P., meer
|
|
|
Abstract |
In dit rapport wordt het geïdealiseerde sedimentmodel besproken en toegepast op het gehele Scheldebekken (van Vlissingen tot Gentbrugge). Dit model heef soortgelijke functonaliteiten als dat van Chernetsky e.a., 2010 maar is breder inzetbaar omdat het een algemenere breedtevariatie toelaat. Daarnaast is nu ook een belangrijk mechanisme, genaamd “spatal setling lag” (SSL), meegenomen. Dit proces accumuleert fijn sediment in gebieden waar de getijsnelheid laag is. Voor lage afvoeren (<~40 m3/s) wordt een estuarien troebelheidsmaximum (ETM) gevonden dat dichtbij de opwaartse stuw is gelokaliseerd. Bij afvoeren >~ 20 m3/s is er ook afwaarts een ETM dat verdwijnt als de af‐ voer hoger wordt dan ca 150 m3/s. Het SSL‐mechanisme is cruciaal voor het bestaan van dit afwaartse ETM omdat het voldoende sediment gevangen kan houden in het meer afwaartse deel van de Zeeschelde en de Westerschelde. Deze sedimentvang is direct gerelateerd aan de ruimtelijke verdeling van de M2 ‐getijsnelheid in het bekken. Het troebelheidsmaximum nabij de stuw treedt enkel op voor valsnelheden hoger dan 0.5 mm/s. Het afwaartse ETM bestaat enkel indien de valsnelheid van het sediment hoger is dan ongeveer 1.5 mm/s. |
|