one publication added to basket [381168] | The effects of gas extraction under intertidal mudflats on sediment and macrozoobenthic communities
de la Barra, P.; Aarts, G.M; Bijleveld, A. (2024). The effects of gas extraction under intertidal mudflats on sediment and macrozoobenthic communities. J. Appl. Ecol. 61(2): 390-405. https://dx.doi.org/10.1111/1365-2664.14530
In: Journal of Applied Ecology. British Ecological Society: Oxford. ISSN 0021-8901; e-ISSN 1365-2664, meer
| |
Trefwoord |
|
Author keywords |
anthropogenic impact; benthic invertebrates; inland subsidence; macrozoobenthos; sediment composition; spde; Wadden Sea |
Abstract |
- Door bodemdaling in intergetijdengebieden kan het lokale overstromingsregime veranderen met gevolgen voor de sedimentsamenstelling, wat twee bepalende factoren zijn voor de bodemdieren. In de Nederlandse Waddenzee, een UNESCO-werelderfgoed, heeft gaswinning onder van de wadplaten geresulteerd in een gemiddelde bodemdaling van 2 mm per jaar. Deze wadplaten zijn habitat voor een productieve gemeenschap van wormen en schelpdieren die op hun beurt een belangrijke voedselbron zijn voor vogels en vissen. Het gebied wordt beheerd volgens het ‘hand-aan-de-kraan’-principe wat betekent dat activiteiten moeten stoppen als ze nadelig zijn voor natuurwaardes. In welke mate bodemdaling als gevolg van gaswinning de samenstelling van sediment en de gemeenschap van bodemdieren beïnvloedt is onbekend en wordt steeds belangrijker gezien de zeespiegelstijging.
- Met behulp van een grootschalig monitoringprogramma kon het effect van bodemdaling op de sedimentsamenstelling en bodemdieren geëvalueerd worden. Tussen 2008 en 2020 werden jaarlijks ongeveer 4600 monsters genomen op wadplaten in de gehele Nederlandse Waddenzee. Hiermee konden de sedimentsamenstelling en biomassa van bodemdieren binnen en buiten het bodemdalingsgebied worden vergeleken. Voor 31 soorten met een verschillend habitatgebruik konden populatietrends binnen en buiten het bodemdalingsgebied vergeleken worden.
- In het bodemdalingsgebied was de slibfractie was 3% hoger en nam de mediane korrelgrootte van het sediment af met 1 μm per jaar, terwijl deze constant bleef daarbuiten. Dit had geen effect op de totale biomassa van de bodemdieren, maar de soortsamentelling in het bodemdalingsgebied veranderde wel. De biomassa van soorten die vooral voorkwamen in diepere delen van het wad nam binnen het bodemdalingsgebied toe ten opzichte van daarbuiten. Voor soorten die vooral voorkwamen in ondiepere delen was het omgekeerde het geval.
- Beleidsimplicaties: Bodemdaling is gerelateerd aan veranderingen in de sedimentsamenstelling en bodemdierengemeenschap. Omdat drempelwaardes niet zijn gedefinieerd, is het onduidelijk of beheermaatregelen nodig zijn. Voor een succesvolle implementatie van het ‘hand aan de kraan’-principe is het noodzakelijk om vooraf de relevante variabelen te definiëren die de natuurwaarden vertegenwoordigen, goede monitoring te implementeren en drempelwaarden te definiëren waarboven effecten niet acceptabel zijn. Wij stellen voor dat mediane korrelgrootte, slibfractie en bodemdierengemeenschap goede maatstaven zijn voor de natuurlijke waarden van de Waddenzee.
|
|