one publication added to basket [65551] | Het kustecosysteem
Provoost, S. (2004). Het kustecosysteem, in: Provoost, S. et al. (Ed.) Levende duinen: een overzicht van de biodiversiteit aan de Vlaamse kust. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud, 22: pp. 10-45, ill.
In: Provoost, S.; Bonte, D. (Ed.) (2004). Levende duinen: een overzicht van de biodiversiteit aan de Vlaamse kust. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud, 22. Instituut voor Natuurbehoud: Brussel. ISBN 90-403-0205-7. 416, ill., appendices pp., meer
In: Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud. Instituut voor Natuurbehoud: Brussel. , meer
|
Abstract |
De ecologische specificiteit van het kustecosysteem schuilt vooral in het kenmerkend klimaat en de geomorfologische dynamiek van de contactzone tussen land en zee. Maar kwantitatief wordt de ecologische diversiteit in hoofdzaak bepaald door de bodemvochtigheid, op haar beurt bepaald door het duinreliëf in combinatie met de hydrologie. Het complex van bodem- en vegetatieontwikkeling en tal van biotische interacties veroorzaken een verdere differentiatie in ecotopen. De invloed van de mens op het kustecosysteem is substantieel. Ongeveer de helft van het duinenareaal is in de voorbije 150 jaar georbaniseerd en de resterende gebieden kenden ingrijpende landschappelijke veranderingen.In een conceptueel model van het ecosysteem gaan we uit van twee elementaire mechanismen: top down regulatie en bottom up organisatie. Naar gelang hun impact op de ecologische dynamiek, onderscheiden we het 'dynamisch' [voornamelijk top down], het 'gestresseerd' [beide mechanismen van belang] en het 'ongedwongen' [voornamelijk bottom up] duinlandschap. Los hiervan beschouwen we ook een antropogeen landschapstype. Deze landschapsindeling vormt een kader voor de afbakening van ecotopen en creëert een link tussen soort en ecosysteem. We beschrijven 8 ecotoopgroepen: zilt milieu, stuivend duin, vochtige duinvallei met lage begroeiing, mosduin en droog duingrasland, opgaand struweel [met ruigten en zomen], bos, enkele regressiefasen en antropogene ecotopen.Ten slotte wordt stil gestaan bij het begrip natuurwaarde en de vertaling hiervan naar het natuurbeleid. Biodiversiteit wordt zowel in binnen- als buitenland het meest gebruikt als waarderingscriterium. Ook in dit boek wordt de soortenbespreking hierop toegespitst: aandachtssoorten ziin in vlaanderen [zeer] zeldzame soorten die beduidend meer voorkomen aan de kust dan in het binnenland of in vlaanderen bedreigde soorten. |
|