Engelstalige titel: Atmospheric Nitrogen input into the North Sea: inorganic and organic nutrient fluxes
Overkoepelend project: Research action SPSD-II: Second scientific support plan for a sustainable development policy, meer
Identifier financieringsorganisatie: EV/39 (Other contract id) Periode: December 2003 tot April 2006 Status: Afgelopen
Thesaurustermen Amosferische samenstelling; Eutrofiëring; Kustwateren; Nutriënten; Stikstof
|
|
Instituten (2) |
Top | Publicaties |
- Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO), meer, financier
- Universiteit Antwerpen; Centrum voor Micro- en Sporenanalyse (MITAC), meer, coördinator
|
Abstract |
- Context
De Noordzee wordt bedreigd door eutrofiëring. Door overdreven toevoer van nutriënten, vooral stikstof, ontstaat er proliferatie van algen, wat tot zuurstoftekort kan leiden. De stikstofaanvoer gebeurt niet alleen via de rivieren maar ook via de atmosfeer. Vooral in de zomer, als de rivieren minder nutriënten aanvoeren, wordt de luchtbijdrage relatief belangrijker. De relevante atmosferische stikstof wordt geëmitteerd als stikstofoxiden (door verkeer en industrie) en ammoniak (door de landbouw). Andere, organische stikstofverbindingen zijn mogelijk ook belangrijk. Maar de depositiefluxen zijn onvoldoende bekend voor de Zuidelijke Noordzee.
Meting van de concentraties van de diverse stikstofcomponenten en hun droge depositie en afzetting met de regen, zal toelaten met wiskundige modellen de rol van de atmosfeer in het eutrofiëringsproces beter te evalueren.
- Beschrijving van het project
- Doelstellingen
De belangrijke toevoer van nutriënten, vooral stikstof-bevattende stoffen, veroorzaakt een proliferatie van schadelijke algen en andere fenomenen van eutrofiëring die de visserij en het toerisme kunnen treffen. Hoewel de aandacht voor de bijdrage van atmosferische toevoer aan de eutrofiëring van kustwateren recent is toegenomen, blijft de kwantitatieve en kwalitatieve kennis ervan gebrekkig. Vooral de beschrijving van atmosferische toevoer in termen van anorganische en organische stikstofverbindingen en de distributie ervan tussen de gas- en particulaire fase is onvoldoende systematisch bestudeerd, afgezien van enkele studies over de Baltische Zee en de zeeën rond Japan. Dit project heeft dus tot doel een eerste uitvoerige identificatie en kwantificatie uit te voeren van de afzonderlijke anorganische en organische verbindingen die, door afzetting met de regen of door droge depositie, bijdragen tot de atmosferische stikstofbelasting van de zuidelijke Noordzee, en dit in functie van het seizoen en de windrichting.
- Methodologie
De staalnamen gebeuren op een korte afstand van het strand, op een plaats zonder lokale pollutie (op een dak tussen Den Haan en Wenduine). Aanvullende bemonsteringen zullen mogelijk gebeuren aan boord van de Belgica en de Zeeleeuw. De gasfase wordt bemonsterd met speciale denuders; aërosolen worden gecollecteerd met filters in hoge-debiet opstellingen en met impactoren, die deeltjesgrootte-differentiatie toelaten, en het regenwater met een automatische opstelling. De klassieke anorganische analysen (met ionenchromatografie en electronen microprobe analyse) worden aangevuld met nieuwe methodologieën die ontwikkeld zullen worden voor de karakterisering van de relevante organische verbindingen.
Deze combinatie van geavanceerde methoden zal een uniek niveau van speciatie mogelijk maken. In tegenstelling tot de anorganische analyse is de karakterisering van organische nutriënten nagenoeg een braakliggend gebied. Doorgedreven chemische voor-scheiding in combinatie met krachtige chromatografische methoden en uiterst specifieke detectie (“electron capture” en massaspectrometrische detectie) worden aangewend om voor het eerst een inventaris op te stellen van organische stikstofnutriënten in de gasfase en in het aërosol.
De berekening van de “natte” depositieflux (via het regenwater) is nogal triviaal; voor de droge depositie van partikels zullen bestaande modellen worden gebruikt, die de depositiesnelheid in functie van de diameter voorspellen; ook voor de droge depositie van gassen zullen theoretische modellen worden toegepast.
De bekomen atmosferische fluxen zullen vergeleken worden met de toevoer van nitraten via de rivieren, om het relatief belang van de atmosfeer, voor verschillende seizoenen en verschillende meteorologische omstandigheden, te evalueren.
|
Publicaties (2) |
Top | Instituten |
- Van Grieken, R.; Bencs, L.; Krata, A.; Horemans, B.; Buczynska, A.J.; Dirtu, A.; Van Meel, K.; Godoi, A.F.L.; Godoi, R.H.M.; Favoreto, R.; Potgieter-Vermaak, S.; Wuyts, R.; Van Loock, J.; Van Vaeck, L. (2007). Atmospheric nitrogen input into the North Sea: inorganic and organic nutrient fluxes. Final report EV/39. Belgian Science Policy: Brussel. 176 pp., meer
- Van Grieken, R.; Bencs, L.; Krata, A.; Horemans, B.; Buczynska, A.J.; Dirtu, A.; Van Meel, K.; Godoi, A.F.L.; Godoi, R.H.M.; Favoreto, R.; Potgieter-Vermaak, S.; Wuyts, R.; Van Loock, J.; Van Vaeck, L. (2007). Atmospheric nitrogen input into the North Sea: inorganic and organic nutrient fluxes. Summary report for the OSTC, EV/06/39A contract. [S.n.]: Antwerpen. 48 pp., meer
|
|