Het inzetten van biotools bij de ontwikkeling van Wetlands |
Periode: 2004 tot 2007 Status: Afgelopen
Thesaurustermen Modellering; Waterstromen
|
|
Instituten (4) |
Top |
- WL | Delft Hydraulics, meer, partner
- Technische Universiteit Delft (TUDelft), meer, partner
- Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee; NIOZ Yerseke, meer, partner
- Netherlands Centre for Coastal Research (NCK), meer, partner
|
Abstract |
Het inzetten van biotools (planten en micro-organismen) kan een kwaliteitsimpuls van oppervlaktewateren en hun omgeving betekenen. Zo kan de veiligheid tegen overstromen worden verbeterd, door het inzetten van bepaalde soorten vegetatie die ervoor zorgen dat de golfbelasting op waterkeringen minder wordt. Hierdoor nemen de onderhoudskosten van de waterkeringen af. Bovendien kan de ecologie van het gebied worden verbeterd door biotools te benutten om ronddwarrelend slib te laten bezinken. Zo kunnen (driehoeks)mosselen water ontslibben en het slib vastleggen, wat langdurige vertroebeling kan voorkomen. Binnen dit werkpakket onderzoeken we de mogelijkheden die biotools bieden, zowel in het laboratorium als in praktijksituaties. Het afgelopen jaar zijn laboratoriumtesten uitgevoerd naar het effect van bodemleven op de stroming van water en de ontwikkeling van golven. Duidelijk is dat vegetatie (bijvoorbeeld in de vorm van slijkgras) en dierlijk leven (bijvoorbeeld in de vorm van oesters en mosselen) invloed heeft op de stroming van water, de ontwikkeling van golven en het sedimenttransport (erosie en sedimentatie, het slibvraagstuk)
In de periode 2004-2006 zijn samen met TU Delft en UTwente afstudeerders binnen dit thema begeleid. Bij de TU Delft, UTwente, de Radboud Universiteit en NIOO zijn AIO's aan de slag gegaan met biogeomorfologische onderwerpen in het kader van STW en LOICZ projecten. In de standaard versie van Delft3D-FLOW is in 2004 een module opgenomen die de invloed van submerse en emerse vegetatie op 3D stroming beschrijft.
In 2005 en 2006 zijn activiteiten uitgevoerd met als doel om de nieuwe module toe te passen en om de module te voorzien van in laboratorium-experimenten verzamelde parameter waarden. De volgende activiteiten zijn uitgevoerd:
- Bestuderen van ecosysteem-engineering op meso-schaal; Modellering van realistische terugkoppelingen tussen een vegetatiemodel en fysische processen in een intergetijde gebied met D3D-FLOW (i.s.m. dr. Stijn Temmerman van NIOO-CEME);
- Uitvoeren van een experiment rond ruwheid van mossel- en oesterbanken onder stroming en golven (i.s.m. dr. Tjeerd Bouma van NIOO-CEME), hieraan is i.s.m. TU Delft een experiment met golf-uitdoving over Spartina toegevoegd;
- Modelleren en in het veld meten van stroming en golven over mossel- en oesterbanken (o.a. ten behoeve van WINN project 2006 "Biobouwers van de kust");
- Opzet van (internationale) modelling community van biogeomorfologen in het kader van samenwerking tussen NCK-instituten en universiteiten in Belgiƫ en de VS.
- In samenwerking met en gefaciliteerd door TU Delft de opzet en onderhoud van de biogeomorfologen website (www.biogeomorphology.org).
|
|