In dit project wordt de methodologie die tijdens het ADAPT project ontwikkeld is voor het bepalen van de sociale overstromingsimpact toegepast op de Maas in Vlaanderen, om zo de toepasbaarheid van de methode te testen voor heel Vlaanderen.De analyse van de sociale overstromingsimpact is gebaseerd op 3 aspecten: het aantal personen in overstroomd gebied, het aantal overstroomde gebouwen waar een sociale impact verwacht kan worden en de intensiteit van sociale overstromingsimpact.
De intensiteit van sociale overstromingsimpact wordt geillustreerd zowel op het geografisch niveau van de individuele overstroomde objecten als op het geaggregeerde niveau van een statistische sector, om zo de invloed van de schaal op de bepaling van sociale overstromingsimpact te tonen.
Deze resultaten kunnen aan beslissingsnemers een nieuw perspectief geven om overstromingsmaatregelen te evalueren, naast de traditionele overstromingsschade/gevaar kaarten en methodes voor kosten-baten afwegingen.
Het gebrek aan data heeft echter de grootste invloed gehad op de studie. Voor drie van de vijf gevoeligheidsindicatoren (susceptibility) was er in de studie een probleem om exact dezelfde gegevens te vinden als diegene die gebruikt zouden zijn in het ADAPT project. Voor de formulering van de indicatoren voor aanpassingsvermogen (adaptive capacity) ontbreken nog meer gegevens. Daarenboven hebben deze indicatoren vaak een niet onderscheidend karakter. Daarom is de index voor aanpassingsvermogen niet verder verwerkt in de eindresultaten van de studie. De procedures die werden ontwikkeld en de databronnen die werden onderzocht vormen een startpunt voor verder onderzoek.
In een laatste hoofdstuk van het rapport worden onze conclusies en suggesties voor verder onderzoek gegeven.