Invloedsfactoren op de ligging van de top van de sliblaag in het CDNB: deelrapport 2. Analyse periode 1999-2011
Dujardin, A.; Vanlede, J.; Van Hoestenberghe, T.; Verwaest, T.; Mostaert, F. (2016). Invloedsfactoren op de ligging van de top van de sliblaag in het CDNB: deelrapport 2. Analyse periode 1999-2011. versie 5.0. WL Rapporten, 00_078. Waterbouwkundig Laboratorium/Antea Group: Antwerpen. XII, 104 + 43 p. bijlagen pp.
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Documenttype: Projectrapport
|
Trefwoorden |
Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Current velocities and patterns Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > River flow Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Tides Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Waves Hydraulics and sediment > Sediment > Cohesive sediment Literature and desktop study Nautical bottom ANE, België, Brugge, Haven van Zeebrugge [Marine Regions] Marien/Kust |
Author keywords |
|
ContactgegevensOpdrachtgever: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken; Departement Mobiliteit en Openbare Werken; Afdeling Maritieme Toegang , meer
Auteurs | | Top |
- Dujardin, A., meer
- Vanlede, J., meer
- Van Hoestenberghe, T., meer
|
|
|
Abstract |
De haven van Zeebrugge wordt gekenmerkt door het voorkomen van een vloeibare sliblaag. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze sliblaag tot op zekere diepte doorvaarbaar is. In Zeebrugge wordt deze grens, de nautische bodem, sinds 2005 op het densiteitsniveau 1,20kg/dm3 vastgelegd (voorheen 1,15 kg/dm3). De 210kHz-reflector wordt als de top van de sliblaag beschouwd (topslib). Dit rapport beschrijft het onderzoek naar mogelijke invloedsfactoren op de ligging van zowel topslib als van de nautische bodem. Een beter begrip van deze factoren kan toelaten om maatregelen te treffen tegen de aanslibbing en om de baggerinspanningen te optimaliseren.Voor geen van de onderzochte invloedsfactoren (zoetwater aanvoer, wind, golven en sediment concentratie op zee) kon een sterke correlatie worden teruggevonden met de ligging en natuurlijke aangroei van de sliblaag over de periode 1999- 2011. De onderzochte invloedsfactoren vertonen immers een sterke seizoenale co-variatie, waardoor het moeilijk is de invloedsfactoren op een statistisch zinvolle manier van elkaar te scheiden. Op basis van de data-analyse wordt een onderbouwde hypothese naar voor geschoven dat seizoenaal variërende sedimenteigenschappen (vlokgrootte, valsnelheid, consolidatie gedrag) een belangrijke invloedsfactor kunnen zijn op de ligging en de natuurlijke evolutie van de top van de sliblaag en van de nautische bodem. |
|