Turbiditeit 13‐uursmeting Kruibeke 2017: vergelijking tussen SediMon en ViSea
Brackx, M.; Claeys, S.; Vandenbruwaene, W.; Deschamps, M.; Mostaert, F. (2018). Turbiditeit 13‐uursmeting Kruibeke 2017: vergelijking tussen SediMon en ViSea. Versie 3.0. WL Rapporten, 15_024_1. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VII, 40 + 3 p. bijl. pp.
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Documenttype: Projectrapport
|
Trefwoorden |
Hydraulics and sediment > Sediment > Cohesive sediment In-situ measurements Literature and desktop study Properties > Physical properties > Turbidity België, Zeeschelde, Kruibeke [Marine Regions]
|
Author keywords |
13-uursmeting; SediMon; ViSea |
Abstract |
Dit rapport stelt de resultaten voor van een vergelijkende studie tussen twee methoden om sedimentconcentratie in suspensie (SSC) te berekenen op basis van ADCP-backscatter (Acoustic Doppler Current Profiler). Voor deze studie werden de data van de 13-uursmeting te Kruibeke op 29 juni 2017 gebruikt. Tijdens deze 13-uursmeting werden dwarsraaien gevaren en opgemeten met de ADCP. Daarnaast werden er regelmatig waterstalen genomen en ondulaties uitgevoerd met een YSI toestel. Volgens de klassieke verwerking worden waterstalen gebruikt voor het optimaliseren van de berekening van ADCP-afgeleide SSC. Daarbij wordt één enkele regressiecurve per 13-uursmeting opgesteld. Deze methode werd de voorbije jaren uitgevoerd in de software ViSea (Aqua Vision BV). Met een nieuwe methode wordt getracht voor elke fase van het getij een aparte kalibratiecurve op te stellen voor de ADCP-SSC. Er worden, in plaats van waterstalen, ondulaties met een YSI toestel gebruikt (i.e. optisch geschatte SSC-turbiditeit). Tijdens de ondulaties wordt in korte tijd een grote range aan SSC-waarden bemonsterd. Ondulaties geven, in vergelijking met waterstalen, een betere representatie van de dwarsdoorsnede. Toch blijven waterstalen noodzakelijk voor de kalibratie van de optisch geschatte turbiditeit (R²=0.90). De nieuwe methode werd uitgevoerd in de Matlab tool SediMon. Uit de resultaten blijkt dat de SSC volgens de klassieke ViSea-waterstalenmethode afwijkt ten opzichte van de referentiestalen: de methode onderschat hoge SSC en overschat lage SSC. Bovendien is de afwijking functie van de fase in het getij. De ADCP-SSC volgens de SediMon-ondulatiemethode is op dat vlak beter aangepast. Dit komt enerzijds doordat bij de ondulaties meer variatie wordt opgemeten en ook dichter bij de bodem wordt gemeten, en anderzijds doordat met het gebruik van aparte kalibratiecurves rekening wordt gehouden met de variabiliteit van waterparameters gedurende het getij. Sedimentfluxen werden berekend voor het gedeelte van de dwarsdoorsnede waarvoor ADCP-SSC berekend werd. Uit deze verkennende resultaten blijkt dat de sedimentfluxen berekend via de ViSea-waterstalenmethode iets hoger liggen dan met de SediMon-ondulatiemethode, maar het verschil is beperkt. |
|