Sinelobus vanhaareni - Kustnaaldkreeftje
VLIZ Alien Species Consortium (2020). Sinelobus vanhaareni - Kustnaaldkreeftje, in: Verleye, T. et al. Niet-inheemse soorten in het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria. VLIZ Special Publication, 86: pp. 323-327
In: Verleye, T. et al. (2020). Niet-inheemse soorten in het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria. VLIZ Special Publication, 86. Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ): Oostende. ISBN 9789464206005. 623 pp., meer
In: VLIZ Special Publication. Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ): Oostende. ISSN 1377-0950, meer
Is gerelateerd aan:VLIZ Alien Species Consortium (2022). Sinelobus vanhaareni. Niet-inheemse soorten in het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria = Non-indigenous species from the Belgian part of the North Sea and estuaria. VLIZ Alien Species Consortium (VLIZ): Oostende. Diff. pag. pp., meer
| |
Trefwoord |
Sinelobus vanhaareni Bamber, 2014 [WoRMS]
|
Project | Top | Auteur |
- Niet-inheemse soorten in het Belgisch deel van de Noordzee en omliggende estuaria, meer
|
Auteur | | Top |
- VLIZ Alien Species Consortium, meer
|
|
|
Abstract |
Het kustnaaldkreeftje Sinelobus vanhaareni is een buitenbeentje wat exotische organismen betreft: deze soort is namelijk pas beschreven in 2014 op basis van exemplaren uit Nederland. De herkomst van deze soort is onbekend. Toen de soort in 2006 en 2007 voor het eerst opdook in respectievelijk Nederland (Rijndelta) en België (Antwerpse haven), werd de soort op basis van de toenmalige literatuur gedetermineerd als Sinelobus stanfordi H. Richardson, 1901 (het Stanford’s naaldkreeftje). Van deze soort werd gedacht dat hij al sinds de 16eeeuw quasi wereldwijd verspreid was. In 2014 bleek echter dat het om een nieuwe soort voor de wetenschap ging, die dan ook de naam kreeg van zijn Nederlandse ontdekker: Sinelobus vanhaareni. Dit naaldkreeftje bewoont slibbuisjes die tenminste in zijn nieuwe verspreidingsgebied – vastgehecht zijn aan harde, veelal artificiële substraten in het brakke water van havens en estuaria. De verspreiding van het diertje gebeurde vermoedelijk via scheepvaart: het naaldkreeftje kon zich vasthechtten aan scheepsrompen of kon verzeild raken in het vast ballastmateriaal en het ballastwater van schepen. |
|