AvdT – Sedimenttransport op verschillende tijdschalen: deelrapport 23. Gevoeligheidsanalyse Delft3D slibmodel
Stark, J.; Smolders, S.; Plancke, Y. (2022). AvdT – Sedimenttransport op verschillende tijdschalen: deelrapport 23. Gevoeligheidsanalyse Delft3D slibmodel. Versie 3.0. WL Rapporten, 17_088_23. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VIII, 36 pp. https://dx.doi.org/10.48607/112
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
|
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Documenttype: Projectrapport
|
Trefwoorden |
Hydraulics and sediment > Sediment > Cohesive sediment Numerical modelling ANE, Schelde-estuarium [Marine Regions]
|
Author keywords |
|
Project | Top | Auteurs |
- AvdT - Sedimentstrategie Schelde-estuarium, meer
|
Abstract |
Het onderzoeksproject ’Sedimenttransport op verschillende tijdschalen’ tracht de inzichten in de hydro- en sedimentdynamische en morfologische processen op verschillende ruimtelijke- en tijdsschalen te verbeteren. Het onderzoek kadert binnen thema 7 uit de Agenda van de Toekomst (AvdT): “Morfologische en ecologische effecten sedimentstrategie”. Deze studie voorziet onder andere in de complexe modellering van de seizoenale variatie van sedimentconcentraties in het Schelde-estuarium. In dat kader presenteert dit rapport een modeloefening met Delft3D waarin de gevoeligheid van het slibtransportmodel voor variaties in invoerparameters en modelinstellingen wordt getest. Deze gevoeligheidsanalyse wordt analoog aan een gelijkaardige modeloefening met Telemac-3D uitgevoerd. Na een totale simulatieduur van ongeveer drie maanden geven de simulaties in de huidige modeloefening nog geen evenwichtssituatie met een stabiel estuarien turbiditeitsmaximum. Er is in alle simulaties sprake van een blijvend dalende trend in sedimentconcentraties. De ruimtelijke verdeling van SSC over het estuarium laat wel hogere waarden zien in of nabij de gebieden waar die ook geobserveerd worden (i.e., van KM-110 tot KM-130 van de monding). Daarnaast volgt uit de analyse dat variaties in parameters die gerelateerd zijn aan slibeigenschappen zoals de valsnelheid of de erosieconstante vooral een kwantitatieve invloed hebben, terwijl het ruimtelijk patroon van de SSC-verdeling in het estuarium gelijkaardig blijft. Bij een significante toename van de bovenafvoer vindt wel een duidelijke verschuiving en afvlakking van de SSC-piek plaats. Het netto slibtransport is in nagenoeg alle configuraties eb-gedomineerd langs het estuarium, uitgezonderd een kleine zone nabij de opwaartse rand. Dit netto afwaarts gericht transport duidt op een geleidelijke uitspoeling van sediment. Simulaties met lokaal gegenereerde windgolven vormen hierop een uitzondering en geven wel een vloed-gedomineerd slibtransport in de zone afwaarts van het turbiditeitsmaximum. |
|