Biogeochemische cycli van C, N en waterbalans |
Engelstalige titel: Biogeochemical cycles of C, N and water balances
Overkoepelend project: Onderzoek Milieu-Effecten Sigmaplan, meer
Acroniem: OMES 1 Periode: 1995 tot 1998 Status: Afgelopen
Thesaurustermen Biogeochemische cyclus; Koolstofcyclus; Stikstofcyclus; Waterbalans
|
|
Instituut |
Top |
- Vrije Universiteit Brussel; Faculteit Wetenschappen & Bio-ingenieurswetenschappen; Vakgroep Chemie; Analytical, Environmental and Geochemistry (AMGC), meer
|
Abstract |
Dit deelonderzoek is gericht op de identificatie van de voornaamste koolstof- en stikstofbronnen en het inschatten van hun relatieve belang in de materiaalstromen tussen rivier en schor- en gecontroleerde overstromingsgebieden, voornamelijk gebaseerd op onderzoek van stabiele kool- en stikstofisotopen. Dit gaat uit van verschillende verhoudingen van de isotopen in de C en N bronnen van verschillende oorsprong. De analyse der verhoudingen van natuurlijke stabiele koolstof- en stikstofisotopen in de verschillende substraten van het ecosysteem alsook van hun seizoenale en regionale variabiliteit maakt het mogelijk deze interacties tussen de stroom en het intertidaal te bestuderen. In de mate dat lokaal en aangevoerd detritisch materiaal een verschillende delta 13 C en delta 15 N waarde hebben, is het mogelijk de relatieven bijdrage van beide bronnen in te schatten. De lokale bron (schorgebied) zal aan een sterke seizoensgebonden variabiliteit onderhevig zijn en het effect hiervan op de riviersamenstelling (delta 13 C in organisch suspensiemateriaal en in DIC) zal dan vermoedelijk ook seizoenaal fluctueren. Deze isotopenstudie dient echter aangevuld te worden met metingen van de transformatiedynamiek van organisch materiaal. Massabalansen van koolstof dienen bovendien aangevuld te worden met informatie over de dynamiek van de stikstoftranformaties in de sedimenten en in de waterkolom. Daarom is het noodzakelijk een beter inzicht te verwerven in de stofstromen van opgeloste stikstofhoudende verbindingen (nitraat, nitriet, ammonium en ureum) en eventueel van andere anorganische voedingsstoffen (fosfaat en silicaat), die noodzakelijk zijn voor primaire productie van eencellige en hogere planten.
Deze studie vereist een tweevoudige aanpak. Enerzijds moeten veelvuldige bepalingen van de verschillende fracties van het organisch materiaal en de nutriƫntenconcentraties uitsluitsel geven over het belang van de verschillende verbindingen in de totale koolstof- en stikstofbalans van de rivier en anderzijds moeten de voornaamste biogeochemische overgangen worden bepaald.
Via de maandelijkse boottochten worden stalen genomen voor de bepaling van de delta 13 C in suspensiemateriaal en in DIC; bepaling van nitraat- en nitriet-, ammonium - en ureumconcentraties, pH en alkaliniteit van het water. Dit gebeurt ook tijdens de dertienuursmetingen aan het schor aan de Durmemonding. Additioneel worden ook nutriƫnten analyses (ammonium; nitraat; nitriet en ureum) uitgevoerd in poriewater o.a. op Appels St.-Onolfsdijk.
Interpretatie van de isotopenverhoudingen vereist ook het bepalen van delta 13 C en delta 15 N in de vegetatiesoorten in en om het schorregebied. Hiertoe werden de belangrijkere soorten (riet, wilgen en biezen) bemonsterd.
De volgende biogeochemische overgangen werden bepaald: het stikstofmineralistatieproces (omzetting van organisch stikstof in anorganisch stikstof); bepaling van het nitrificatieproces (oxidatie van ammonium tot nitraat); tijdsevolutie van delta 13 C en delta 15 N in afbraakexperimenten op plantenmateriaal ("litterbag" experimenten); bepaling van de fytoplanktonproductie aan de hand van 15 N nitraat- en ammoniumopname experimenten. |
|