Periode: Januari 2005 tot Maart 2007
Status: Afgelopen
Thesaurusterm Habitat (natural)
|
|
| Instituut |
Top |
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; Directie Natuur, Landschap & Platteland (NLP), meer, coördinator
|
| Abstract |
Doel
Na enkele rechterlijke uitspraken in 2004 ontstond in de media het beeld dat artikel 6 Habitatrichtlijn vele ruimtelijke plannen en projecten in Nederland zou belemmeren. Doel van het onderzoek is antwoord vinden op de vragen:
- Heeft de toepassing van artikel 6 Habitatrichtlijn de beoogde activiteiten belemmerd?
- Zo ja, wat waren dan de redenen?
- Hoe zijn de mogelijke tegenstellingen tussen het beschermingsregime voor Natura 2000-gebieden en de beoogde activiteiten opgelost?
Werkwijze
Het onderzoek had betrekking op de periode 2000 - voorjaar 2005. Voor die tijd werd art. 6 Habitatrichtlijn vaak niet erkend. Er is een selectie gemaakt van vijf Natura 2000-gebieden, allemaal Vogelrichtlijngebieden (o.a. Westerschelde, Peel en Drontermeer). 49 vergunningen(aanvragen) zijn geanalyseerd op mogelijke schadelijke invloeden. Drie gevallen zijn vervolgens nader onderzocht. Aanvullend is een jurisprudentieanalyse verricht om te ‘controleren’ of de jurisprudentie het beeld bevestigt dat uit de dossiers naar voren kwam.
Resultaten
Enkele conclusies uit het onderzoek:
- Geen van de bestuursorganen had een compleet overzicht van alle activiteiten die zijn verricht of aangevraagd met mogelijk schadelijke gevolgen voor een Natura 2000-gebied;
- Geen enkele vergunning werd door het bevoegde gezag geweigerd op grond van art. 6 Habitatrichtlijn;
- Onzorgvuldige toepassing van de richtlijn werkte belemmerend/vertragend;
- Onzorgvuldige toepassing van de habitattoetsen leidde tot veel schorsingen en vernietigingen;
- Het toezicht door LNV op de toepassing van art. 6 Habitatrichtlijn is niet eenvoudig gebleken.
Beleidsaanbevelingen
- Het zorgvuldig uitvoeren van de habitattoets vermindert het risico op tijdsverlies door beroepsprocedures;
- Betrek in een vroeg stadium natuurbelangenorganisaties en derden bij de (voor)toets. Vertraging lijkt daarmee voorkomen te kunnen worden;
- Veel vragen rond de toepassing van art. 6 Habitatrichtlijn blijven open, houd daarom de jurisprudentie in de gaten. LNV zou hierin een belangrijke faciliterende rol kunnen spelen met bijvoorbeeld een kennissteunpunt.
|
|
