IJzer: mogelijke effecten van aangepast spuibeheer op zoutintrusie
Viaene, P.; De Mulder, T.; Mostaert, F. (2008). IJzer: mogelijke effecten van aangepast spuibeheer op zoutintrusie. Versie 2_1. WL Rapporten, 621_02. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. IV, 32 + 12 p. bijl. pp.
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Documenttypes: Eindrapport; Projectrapport
|
Trefwoorden |
Behaviour > Migrations Fauna > Aquatic organisms > Aquatic animals > Fish Modelling Models > Mathematical models Numerical modelling Saline intrusion Water management > Hydraulics > Hydrodynamic models Water management > Water quality > Saline intrusion ANE, Belgium, IJzer R., Nieuwpoort [Marine Regions] Brak water |
ContactgegevensOpdrachtgever: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Waterwegen en zeekanaal NV; Afdeling Bovenschelde , meer
Auteurs | | Top |
- Viaene, P., meer
- De Mulder, T., meer
- Mostaert, F., meer
- Schramkowski, G., revisor, meer
|
|
|
Abstract |
In het kader van het oplossen van het vismigratieknelpunt op de IJzer ter hoogte van de Ganzepoot in Nieuwpoort werd de idee geopperd om een aangepast spuibeheer in te stellen. Dit aangepast spuibeheer verschilt van het huidige spuibeheer in het feit dat de spuischuiven iets langer geopend blijven bij opkomend getij op zee, waardoor migrerende vissen de kans zouden krijgen om vanuit de Noordzee opwaarts te zwemmen.
Op verzoek van de afdeling Bovenschelde (WenZ) onderzocht WL de vraag naar de mogelijke effecten van een dergelijk aangepast spuibeheer op de zoutintrusie op de IJzer. Een verhoogde zoutintrusie kan namelijk verschillende negatieve gevolgen hebben voor het omliggende landgebruik.
Voorliggend rapport omschrijft de studie die door WL werd uitgevoerd. Via een vereenvoudigd 1-dimensionaal model, waarin waterbeweging gecombineerd werd met zouttransport, werden verschillende scenario’s van een aangepast spuibeheer onderzocht. Hierin varieerde zowel het aantal schuiven waarmee gespuid werd, als de openingshoogte van deze schuiven. In deze scenario’s werd specifiek gekeken naar het gedrag van het binnendringende zout. Daarnaast werden ook een aantal zogenaamde spoelscenario’s uitgewerkt om na te gaan hoe binnengedrongen zout kan teruggedrongen worden.
Uit de resultaten van de verschillende scenario’s kon geconcludeerd worden dat het aangepaste spuibeheer altijd resulteerde in een bepaalde zoutgradiënt op de IJzer. Afhankelijk van het scenario werd vastgesteld dat de zoutintrusie zich bij evenwichtstoestand maximaal tot Diksmuide uitstrekte. Uit de berekeningen bleek ook dat het zoutgehalte bij evenwicht in de buurt van Keiem (zo’n 10 km opwaarts de Ganzepoot) reeds relatief laag was (2 tot 3 ppt). Tot slot werd ook vastgesteld dat het spaarbekken in Nieuwpoort een belangrijke bufferende rol speelde tegen het optrekkende zout. De spoelscenario’s toonden aan dat de zoutindringing al redelijk goed teruggedrongen kon worden door een beperkte wasafvoer.
Recent terreinonderzoek in Nederland geeft aan dat de negatieve effecten van een aangepast spuibeheer (met relatief langdurig openstaande schuiven) eventueel vermeden kunnen worden door het gebruiken van een hevelvispassage of bestaande spleten en kieren in de zeesluizen. |
|