Ontwerp vispassage op de Dender in Aalst
Viaene, P.; Michielsen, S.; De Mulder, T.; Mostaert, F. (2009). Ontwerp vispassage op de Dender in Aalst. Versie 2.0. WL Rapporten, 715_06. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. III, 25 + 23 p. bijlagen pp.
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Documenttype: Projectrapport
|
Trefwoorden |
Design Guiding devices > Fishways Hydraulic structures > Fishpasses > Semi-natural bypass channel Literature and desktop study België, Dender R., Aalst [Marine Regions] Zoet water |
Project | Top | Auteurs |
- Onderzoek vismigratieknelpunten ter hoogte van de Denderstuwen, meer
|
ContactgegevensOpdrachtgever: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Waterwegen en zeekanaal NV; Afdeling Bovenschelde , meer
Abstract |
De afdeling Bovenschelde wil de komende jaren de stuwen op de Dender in Geraardsbergen, Idegem, Pollare, Denderleeuw en Aalst vernieuwen. In uitvoering van een aantal wettelijke verplichtingen inzake vrije vismigratie zullen alle stuwsluiscomplexen zodanig aangepast worden dat stroomopwaartse en stroomafwaartse vismigratie terug mogelijk wordt. In voorliggend rapport wordt onderzocht hoe een oplossing gerealiseerd kan worden voor het vismigratieknelpunt t.h.v. de nieuwe stuw in Aalst. In fase 1 van het onderzoek wordt gezocht naar (1) de meest geschikte locatie van de afwaartse uitstroomopening van een vispassage t.o.v. de stuwen, en (2) het optimale debiet dat doorheen deze vispassage moet stromen om een goed voelbare lokstroom te creëren. Voor deze fase werd een schaalmodel gebouwd (schaal 1:10) van het nieuwe stuwsluiscomplex in Aalst. Op basis van literatuur en een analyse van beschikbare debietmetingen op de Dender werd afgeleid wat het optimale afvoerbereik is voor de werking van de vispassage. Tijdens de experimenten werden stroomsnelheden worden opgemeten m.b.v. vlotters. Stromingspatronen worden gevisualiseerd m.b.v. een kleurstof in het water. Op deze manier wordt op een kwalitatieve en kwantitatieve wijze een antwoord gezocht op de onderzoeksvragen. Op basis van deze resultaten werd in de tweede fase van het onderzoek een deskstudie uitgevoerd naar de precieze vormgeving van de vispassage. Omdat op de locatie voor de nieuwe stuwsluis in Aalst redelijk wat ruimte beschikbaar is, werd gekozen voor een nevengeul. Via verhanglijnberekeningen werden de nodige randvoorwaarden, de geometrie en de bodemruwheid bepaald om een goedwerkende nevengeul te realiseren. Uit het onderzoek blijkt dat het vismigratieknelpunt t.h.v. de nieuwe stuwsluis in Aalst opgelost kan worden door de aanleg van een nevengeul met een lengte van minimaal 200 m en een bodemhelling van 1 cm per lopende m. Het optimale debiet bedraagt ongeveer 3 m3/s, en de nevengeul mondt uit in het afwaartse pand op een afstand van 20 tot 25 m afwaarts van de draaias van de stuwen. Op basis van deze info wordt een eerste ontwerp gemaakt van de nevengeul. Er wordt ook aanbevolen om na de bouw de nodige monitoring te voorzien van de hydraulische ontwerpparameters (snelheden, waterdiepte,...). |
|