Erosiereducerend potentieel van dijkvegetatie: impact van ondergrondse biomassa op de erosieweerstand van dijken in Vlaanderen
Vannoppen, W. (2013). Erosiereducerend potentieel van dijkvegetatie: impact van ondergrondse biomassa op de erosieweerstand van dijken in Vlaanderen. MSc Thesis. KU Leuven: Leuven. XVI, 165 pp.
|
Abstract |
De voorspelde klimaatsveranderingen en de hiermee geassocieerde zeespiegelstijging stellen belangrijke uitdagingen voor de toekomst. Zo zal ondermeer het Scheldebekken blootgesteld worden aan een verhoogd overstromingsrisico door een toenemende kans op golfoverslagen. Om dijkdoorbraken te voorkomen is het van belang dat de erosieweerstand van dijken voldoende hoog is. De hoofdoelstelling van deze masterproef is daarom het bepalen van het erosiereducerend vermogen van dijkvegetatie en meer bepaald de impact van de ondergrondse biomassa op de stabiliteit van dijken. Concreet zal onderzocht worden welk vegetatietype (als dijkbegroeiing) het meeste bijdraagt tot de bodemweerstand tegen erosie door geconcentreerde afstroming. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de 5-delige dijkvegetatieclassificatie van het Instituut voor Natuur- en BosOnderzoek. De onderzochte vegetatietypes zijn: soortenrijk grasland (SG), soortenrijk glanshavergrasland (RGH), soortenarm glanshavergrasland (AGH), verruigd glanshavergrasland (VGH) en brandnetelruigte (BR).Analyse van de verzamelde literatuurgegevens met betrekking tot het erosiereducerende effect van plantenwortels leidde tot een globaal model dat het erosiereducerend vermogen berekent op basis van een gekozen wortelvariabele. Het gevonden model is de Hill curve, EP=1-x^(-b)/(a+x^(-b) ) met x de wortelvariabele (worteldensiteit (RD), wortellengtedensiteit (RLD) en a,b de geschatte regressieparameters. De inputvariabelen werden bepaald voor elk dijkvegetatietype op basis van een uitgebreid terreinwerk. Op basis van het begrote erosiereducerende vermogen konden de dijkvegetatietypes opgesplitst worden in twee groepen: 1) SG, RGH en AGH en 2) VGH en BR. De resultaten op basis van de gemeten RLD in de bodemtoplaag (0-5 cm) tonen aan dat SG, RGH en AGH de erosie met > 75% kunnen verminderen ten opzichte van een onbegroeide bodem. Lagere waarden werden gevonden voor VGH en BR met respectievelijk een erosiereducerend vermogen van 71 % en 61 % ... |
|