Onderzoek naar de invloed van de waterkwaliteit en kwaliteit van de moederdieren op tarbotlarven
Dhert, P.; Dierckens, K.; Delbare, D.; Declerck, R.; Sorgeloos, P. (2004). Onderzoek naar de invloed van de waterkwaliteit en kwaliteit van de moederdieren op tarbotlarven, in: Evaluatie van de kwaliteit van tarbotpootvis op het herstockeringsucces in de Noordzee: eindrapport = Evaluation of the quality of turbot fry on the stock enhancement success in the North Sea: final report. Scientific Support Plan for a Sustainable Development Policy (SPSD I): Programme "Sustainable Management of the North Sea" = Plan voor wetenschappelijke ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling (PODO I): Programma "Duurzaam beheer van de Noordzee", : pp. 5-10
In: (2004). Evaluatie van de kwaliteit van tarbotpootvis op het herstockeringsucces in de Noordzee: eindrapport = Evaluation of the quality of turbot fry on the stock enhancement success in the North Sea: final report. Scientific Support Plan for a Sustainable Development Policy (SPSD I): Programme "Sustainable Management of the North Sea" = Plan voor wetenschappelijke ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling (PODO I): Programma "Duurzaam beheer van de Noordzee". Federaal Wetenschapsbeleid = Belgian Science Policy = Politique Scientifique Fédérale: Brussel. 81 pp., meer
In: Scientific Support Plan for a Sustainable Development Policy (SPSD I): Programme "Sustainable Management of the North Sea" = Plan voor wetenschappelijke ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling (PODO I): Programma "Duurzaam beheer van de Noordzee". Federaal Wetenschapsbeleid = Belgian Science Policy = Politique Scientifique Fédérale: Brussel, meer
|
Auteurs | | Top |
|
- Declerck, R.
- Sorgeloos, P., meer
|
|
Abstract |
Tarbotlarven werden opgekweekt in 3 verschillende kweeksystemen. De groei, overleving en pigmentatie werd gevolgd de eerste 11 dagen na hatching. Het eerste systeem heeft een batch fase en daarna, vanaf dag 8, wordt iedere tank verbonden met een aparte biofilter. Het tweede is een recirculatiesysteem waarbij het water wordt gefilterd over een proteinskimmer met ozoninjectie en een biofilter. Het derde is een recirculatiesysteem waarbij de larven in een kooi worden gehouden. Het water circuleert over een aparte biofilter.Hoge mortaliteit in het begin van het experiment maakte éénduidige conclusies onmogelijk. De doorstroomsnelheid in beide recirculatiestsystemen veroorzaakte te veel stress bij de larven. Het gebruik van probionten moet een alternatief bieden voor antibiotica in de toekomst. |
|